Meervallen in Spanje – eind goed al goed (3)
Deel 1 en 2 al gelezen? Voor deel 1 klik hier, of klik hier voor deel 2. Op onze nieuwe stek besluiten we voornamelijk met boeien te gaan vissen, in ieder geval s’nachts. Dit betekent weliswaar een extra risico (want zowel het nachtvissen als het boeienvissen is hier verboden) maar toch nemen we die gok. Om geen slapende honden wakker te maken zullen we pas s’avonds onze boeien plaatsen om deze er s’ochtends meteen weer uit te halen. Overdag kunnen we dan nog met bodemmontages vissen en tevens voor de fun een beetje karperen. We tuigen onze meervalspullen alvast op zodat we die vanavond meteen kunnen installeren. Het is nog vroeg in de middag als we onze spullen klaar hebben en we besluiten eerst maar eens te gaan karperen, die meervallen komen dan vanavond wel. We gooien onze karperhengels uit op 15-25 meter uit de kant. De waterdiepte is daar slechts zo’n 1 meter maar we zien hier regelmatig karpers springen. Ik voer flink wat Halibut pellets bij. Al na een kwartier vertrekt één van de hengels en even later ligt een mooie 20-ponder in het net. De vis heeft overduidelijk pas gepaaid want ze heeft de vele wonden en beschadigingen. Er blijkt veel karper te zitten, want die middag vangen we nog enkele mooie karpers waaronder nog een hoge 20-er.
Als de avond valt plaatsen we drie boeien op verschillende plekken. De waterdiepte bedraagt daar zo’n 1,5 meter en we hangen onze aasvissen, bij gebrek aan beter wederom een Belgisch zeeltje, op 1 meter onder de boei. De vierde hengel met een zeeltje maken we via een breeklijn vast aan een boom die in het water ligt op de rand van het talud. Hier is het bijna 4 meter diep en hier hangen we de aasvis op zo’n 1,5 onder het oppervlakte. Op deze stek is het wel van belang dat we meteen in de hengel gaan hangen omdat de meerval anders wel eens in de takken van de boom zou kunnen zwemmen. Nou ja, eerst maar eens zien dat we beet krijgen.
Als de schemering valt worden onze groene vriendjes weer bijzonder vervelend. We besluiten ons terug te trekken in onze tentjes om te wachten op de dingen die gaan komen. Die nacht krijgen we op elke hengel beet en weten we vier meervallen te vangen. Helaas wederom alle vier kleine vissen…
Als we s’ochtends met een kop koffie de nacht doorspreken zijn we het er over eens dat dit een goede stek is. Tenslotte hebben we op elke hengel beet gekregen. Alleen het formaat van de vissen laat zwaar te wensen over. Dit zou wel eens kunnen liggen aan het feit dat we met erg kleine aasvissen (de zeeltjes zijn zo’n 15-20 cm lang) vissen. Deze waren eigenlijk ook bedoeld om te gebruiken op een bodemmontage en niet voor een boeienmontage. Grotere aasvissen hebben we echter niet, dus als we die willen hebben zullen we ze eerst moeten vangen. We besluiten die dag alles op alles te zetten met als doel het vangen van een paar klein karpertjes. Uit ervaring weten we dat dit vermoedelijk niet mee gaat vallen omdat bijna alle karpers hier simpelweg te groot zijn om onder een boei te hangen.
Even later, als Arno terug is naar het huisje zit ik achter twee feederhengels beaasd met maden (die we hadden meegenomen uit Nederland) mijn uiterste beste te doen. En warempel, het lukt mij om in korte tijd naast enkele veel te grote karpers (die ik slechts met moeite binnenkrijg op mijn lichte materiaal), 3 giebels te vangen van precies het goed formaat, zo’n 30-35 cm. Als Arno terugkomt laat ik ze triomfantelijk zien. Arno vis nu ook mee in een poging nog een paar van deze vissen te vangen. Echter vangen we allen nog karpers die te groot zijn. Dat levert weliswaar mooie sport op, maar is niet wat we willen. S’middags weten we echter toch nog 2 giebels te vangen van een behoorlijk formaat. Als het avond wordt, beschikken we dus over 5 goede aasvissen. We schakelen over van van een takel met twee enkele haken naar takels met 1 dreg en 1 enkele haak. De enkele haak gaat door de staart en de dreg wordt net achter de rugvin geplaatst. Zo hangt de karper met de kop naar beneden en vormt een gemakkelijk binnen te werken “snack”voor de meerval. In het verleden visten we ook wel met takels met een enkele haak en twee dreggen, maar hier ben ik van terug gekomen. Hoe meer haakpunten hoe moeilijker de meerval te haken is bleek maar al te vaak (met losschieters als gevolg). Ook verwondt je met dergelijke takels onnodig de vis. Bovendien vormt de extra dreg ook nog eens een extra gevaar voor jezelf of je vismaat tijdens het landen van de vis waarbij de meerval vaak woest met zijn kop slaat. Voor je weet heb je dan een dikke dreg in je handen en kun je je bij het eerste het beste ziekenhuis vervoegen om deze operatief te laten verwijderen… Één dreg en één enkele haak in combinatie met een flinke aasvis dus, dat moet het voor ons gaan doen vannacht.
Als we nog maar net alle hengels hebben uitgevaren, het is nog niet donker, krijg ik een aanbeet op de hengel die met een breeklijn vast zit aan de aangespoelde boom. De aanbeet is er één uit het boekje; een korte tik op de top, gevolgd door een steeds verder doorbuigende hengel waarna de breeklijn breekt en de hengel terugveert. Ik pak de hengel en draai tot ik weerstand voel waarna ik de haak nog een keer extra zet. Ja hangen! De vis probeert uit alle macht van mij af te zwemmen en dit is precies wat ik niet wil. Want daarmee komt de vis gevaarlijk dicht bij de takken van de boom terecht! Ik hang uit alle macht aan mijn zware glasvezel meervalhengel die als een hoepel gebogen staat. Daarbij houd ik mijn hand op de spoel om te voorkomen dat de vis lijn neemt. Enkele seconden houdt deze buigen-of barsten-situatie aan totdat ik voel dat de druk afneemt. Ik loop meteen een aantal meters naar achteren toe om zo maximaal spanning op de Wiplash lijn te kunnen houden. Als de vis ver genoeg van de boom is en het gevaar is geweken win ik lijn terug op de vis. Nu kan ik veel relaxter drillen en 10 minuten later kan Arno de eerste goeie vis van deze week pakken en landen. Onze aanpak lijkt te werken! De vis is 1,78cm lang en flink zwaar. We maken snel een paar foto’s nu het nog redelijk licht is laten de vis weer zwemmen. Was dit een toevalstreffer of gaan we nu meer dikke vissen vangen, vragen we ons af?
We duiken weer ons tentjes in (de muggen…) en vallen snel in slaap. Omstreeks 12.00 uur hoor ik een topbel heftig schudden en hoor ik ook de meervaloptonic een kort geluid maken. Verder hoor ik echter niets meer. Vreemd. Hoewel het Arno’s beurt is (we hebben afgesproken om de beurt een vis te vangen) ga ik toch kijken wat er aan de hand is. De hengel staat nog steeds (weer?) onder spanning en beweegt niet meer. Ik roep Arno, die nog steeds slaapt en even later komt hij zoals te doen gebruikelijk meer slapend als wakker aan lopen. Ik vertrouw het niet en schijn met mijn lamp de lijn.Tot mijn verbazing zie ik dat deze helemaal naar rechts loopt. Ik meld dit bij Arno die nog steeds niet helemaal wakker is. Ik besluit dan maar zelf de hengel te pakken om te kijken of er toch een vis aanhangt. Ik draai strak en begin binnen te draaien. Dit gaat zwaarder dan normaal maar ik voel niets dat ook maar op een vis lijkt. Wel lijkt er vuil aan de lijn te zitten. Geen vis Arno, meld ik teleurgesteld. Ik pomp nog een meter of 20 mijn aasvis binnen als er plotseling een aanbeet volgt op één van de andere hengels. Als de breeklijn breekt pakt Arno de hengel een geeft een haal. Zo die hangt wel! Arno begint de vis binnen te pompen terwijl ik ook nog steeds bezig ben mijn lijn binnen te draaien. Dan voel ik onverwachts ineens een doffe dreun op mijn hengel. Hangt er dan toch en vis aan bij mij? Even later zijn alle twijfels weg als mijn “vuil” besluit een run te nemen. Nu staan we dus allebei met een kromme hengel. De vis van Arno is inmiddels ook flink op stoom gekomen en neemt een aantal lange en onhoudbare runs. Arno, nu echt wakker, is er van overtuigd dat hij er een dikke aan heeft. Ook mijn vis is in ieder geval geen bambino alhoewel ik het moeilijk vind te gokken naar het formaat. Mijn vis is als eerste bij de kant. Het blijkt een mooie vis van180 cm lang. Snel bind ik de vis aan een klaarliggende stringer om Arno te kunnen helpen met zijn vis. Arno levert nog steeds flink strijd met een overduidelijk zware vis. Langzaam maar zeker komt deze echter dichterbij. Als de vis vlak bij de kant is en ik hem met mijn zaklamp in het licht zet zien we inderdaad een vis die over de twee meter gaat. Ik pak de handschoenen en grijp bij de eerste gelegenheid de vis in de bek om deze niet meer los te laten. Ik sleep de meerval de onthaakmat op waar we de vis onthaken en opmeten. 216cm. Yes! Ook deze vis gaat aan de stringer en we besluiten de hengels nog een keer uit te varen. Een uur later is het weer raak. Ik hoor een topbel hevig rammelen en hoor even later de slip van mijn Shimano Spheros aflopen. Ik rits de slaapzak open en spring uit mijn tent. De hengel staat hevig krom en de slip loopt nog steeds. Deze vis gaat er zo snel vandoor dat de hengel niet de gelegenheid heeft gekregen om terug te veren, vandaar dat ik de meerval optonic niet hoorde. Ik trek met enige moeite de hengel uit de steun, draai de slip vast en heb meteen contact. Ook dit voelt weer goed aan. Ik roep Arno uit zijn tent terwijl de vis een flinke run neemt. Komt hier nog een twee meter vis aan? Een kwartier later kan Arno de vis pakken. Met enige spanning meet ik de vis. Ja! 206cm! Yahoe! Een werkelijk baggervette meerval is mijn deel. Omdat we geen stringers meer hebben en ik niet wil gaan lopen klooien met touwen besluit ik mijn 180cm vis vrij te laten zodat we deze stringer kunnen gebruiken voor deze vetzak.
De verdere nacht kunnen we allebei de slaap maar moeilijk vatten. S’ochtends, zodra er voldoende licht is fotograferen we de vissen. Nu valt het pas echt goed op dat beide meervallen onder de paaiwonden en schuurplekken zitten. Blijkbaar hebben niet alleen de karpers maar ook de meervallen op de deze plek heel recentelijk gepaaid. Hoewel we eigenlijk hadden besloten vandaag in te pakken om zodoende relaxed naar huis te kunnen rijden staan we nu in tweestrijd. Aan de ene kant willen we graag nog een nacht blijven nu we overduidelijk goed bezig zijn, aan de andere kant moeten we maandag allebei weer werken en betekent nog een nacht vissen dat we de hele nacht zullen moeten doorrijden om zondag pas in de loop van de ochtend thuis te komen. Bovendien hebben we allebei onze dikke vis te pakken. We besluiten toch te kiezen voor de eerste optie om nog een extra nacht te vissen.
Omdat we nog maar 1 giebel in het net hebben zitten zullen we vandaag wederom “hardcore” moeten feederen. Dat blijkt nog lastiger als gisteren want de hele ochtend vangen we slechts (te grote) karpers. Ook een paar stekken verderop kunnen we geen geschikte aasvissen meer vangen. Als ik bijna de hoop heb opgegeven weet ik toch nog kort achter elkaar twee giebels te vangen. Daarmee hebben we dus in ieder geval drie aasvissen en kunnen we nog een nachtje boeien-vissen.
Ook die laatste nacht weten we weer twee schitterende vissen te haken en vangen. Arno vangt zijn tweede 2-metervis (209cm) die week en ik vang nog een vis van 190 centimeter. Daarmee sluiten we een week meervallen die moeilijk begon toch nog succesvol af met in totaal 14 meervallen met als grootste 6 vissen van resp. 178,180,190,206,209 en 216cm. Alhoewel we begin die week hadden ingezet op een bodemvisserij met pellets, inktvis en kleine zeeltjes bleek omschakelen naar een andere techniek op een heel andere (ondiepe) stek de juiste beslissing waardoor we het tij in ons voordeel konden keren. Stug volhouden
De terugreis verloopt relaxed en voorspoedig en 17 uur later parkeren we de Landrover weer voor mijn huis. End of story!
Leuk verhaal Michel, leest lekker weg.
En zoals wel vaker goldt ook hier dat de aanhouder wint, klasse!
Wordt de volgende reeks er eentje waar je je tanden in kunt zetten?
Gr.Jeroen