Fishing the Mexicoast – Deel 6
Zo gezegd zo gedaan, de volgende dag varen we uit in dezelfde richting als gisteren. De tegenstelling is echter vrij groot. Weinig vogels in de lucht, geen jagende vissen voor de kust en het duurt even voordat we de eerste dolfijnen tegenkomen. Niets zo veranderlijk als het zeetje hier. Vissen die vandaag hier jaren, kunnen morgen honderd á tweehonderd kilometer verderop zwemmen en omgekeerd.
En zeker met de huidige omstandigheden en de bijbehorende lage dichtheid van vis onder de kust, beginnen we toch wel een beetje het ‘speld in een hooiberg’ gevoel te krijgen. Je kunt maar één ding doen en dat is een route kiezen en je daaraan houden. Heb je geluk dan kom je ergens wat jagende vis tegen, heb je pech dan zie je niets. Een rode draad in de stekken/visserijen is domweg niet te ontdekken, deze weken.
Toch vermaken we ons best. Slalommen tussen de schildpadden door, van wie er af en toe één probeert de boot weg te koppen. Gelukkig dragen ze allemaal een helm… Dolfijnen zijn inmiddels meer regel dan uitzondering en uren lang zien we niets anders. Met het fotograferen worden we steeds handiger in en er zitten steeds meer ‘keepers’ tussen de ‘ondermaatse exemplaren’.
Stil als het is ver op zee besluiten we maar weer richting de kust te varen. We zijn inmiddels een stuk verder bij Puerto Escondido vandaan dan gisteren en komen zodoende weer bij een andere strook strand aan. Reeds een kilometer van ’t strand vandaan veert Jezus op. Pájaros! Vogels dus. Het is even turen, maar dan zie ik ze ook. En aangezien zo dicht onder de kust normaal gesproken geen dolfijnen azen, geeft dit goede moed. Terwijl we met een stevige gang die kant op trollen maken André en ik de stokken voor het werpen vast klaar.
Als we dichterbij komen meld Jezus dat het tonijnen zijn. En inderdaad, het ziet er heel anders uit dan een school jagende jacks. Die gaan voorbij als een regen van grindtegels, dit zijn veel beheerstere plonzen, gaat allemaal veel sneller ook. We gooien ons een slag in de rondte met allerhande kunstaas, maar aanbeten? Echt niet..!
Soms zien we de tonijnen gewoon onder de boot door zweven. Wat een prachtig gezicht is overigens, want ik ken geen vissoort die met zo weinig beweging zo veel snelheid genereerd. Om die reden is zweven een betere omschrijving dan zwemmen. Na tig soorten kunstaas vraagt Jezus ons een onderlijn met enkele haak klaar te maken. Vandaag heeft hij namelijk levende aasvissen kunnen regelen. Kijk, dan moet het goedkomen, toch?
Nou… Vriend tonijn denkt daar anders over. Of ze zien het, of ze jagen op iets nog veel kleiners dan onze aasvissen van een centimeter of 12, maar er gebeurt akelig weinig. Totdat ik op den duur bij een snelle worp de aasvis van de haak gooi. Deze land en wordt met een enorme klap uit het oppervlak gepakt… Dusss….
Ik pak een nieuwe aasvis en besluit mijn kans af te wachten. Niet freelinen maar gewoon wachten tot ik een groepje jagende vissen echt op de kop kan gooien. Misschien is dat de truc? Na een kleine tien minuten komt er een schooltje jagende tonijnen vlak voor de boot langs. Ik gooi de aasvis er strak voor, neem de lijn tussen duim en wijsvinger en twee tellen later giert de lijn er vantussen!
Ik laat de vis even lijn nemen, ga er stevig voor staan en zet dan hard de haak. Alsof ik de ontsteking van een skudraket activeer gaat de vis werkelijk compleet door het lint. Giert door de slip maar draait zo snel om dat je telkens weer denkt dat ze losgeschoten is. Op den duur ben ik het contact helemaal kwijt en kan een stevige vloek niet onderdrukken. Enkele milliseconden later loopt de lijn echter weer strak en de run die dan volgt is wel zo bizar hard dat ik elk moment rook uit de molen verwacht. Absurd dit, werkelijk absurd!
De vis draait vervolgens mij, racet weer langs de boot en gaat dan voor de horizon. Tien, twintig, dertig…. zestig, zeventig meter… Het is een run die nooit lijkt te stoppen en ik sta erbij en kijk er naar. Na dit enorme schot is het beste er echter welk vanaf kan ik langzaam maar zeker lijn winnen. Nog één keer maar de vis een schot en dan is het zelf helemaal over. Bij de boot is de verbazing groot. In de staart gehaakt?
De kleuren op deze vis zijn echt fantastisch. Bruin, oranje, paars, blauw en werkelijk alles vloeit in elkaar over. En dan op haar rug een paar oplichtende paarsblauwe vlekken, ongekend mooi! Maar die haak daar? Dat moet dus gebeurt zijn op het moment dat ik de vis voelde losschieten. Haak uit de bek en vervolgens in de staart geprikt. De vis heeft zich letterlijk doodgevochten en geeft, eenmaal aan boord, geen kick meer.
Na de foto’s wordt de vis dan ook in de schaduw gelegd. ‘Geluk bij een ongeluk’, want ik weet niet hoe het met jullie zit, maar tonijn staat toch wel in mijn top vijf van lekkerste vissoorten. En met krap vijf kilo vis moet dat best een decadent avondmaal worden, dacht ik zo!
We zoeken de school weer op, maar kunnen geen aanbeten meer forceren. Na een klein uur geven we het maar op. Vinden we eindelijk jagende vis, zijn ze praktisch onvangbaar. Het moet niet gekker worden!
We vervolgen onze weg langs de kust als Jezus opeens een viertal zeilvissen spot, zwemmend in het oppervlak. De spanning stijgt als we de vissen benaderen en André een aasvis in de baan van de vissen werpt.
De vinnen gaan onder en we verwachten ieder moment een aanbeet. Toch blijft deze uit en vervolgens zien we voorbij de aasvis de vinnen weer bovenkomen. Huh? Snel draait André binnen en doen we nog een poging. Weer geen respons en de vissen verdwijnen…
We trollen terug richting Puerto Escondido maar het is akelig rustig. Jezus geeft aan weer wat verder naar buiten te willen, naar de eerste stroomnaad. Hier stuiten we, na een uur varen, opeens op een school zeilvissen. Vijf stuks maarliefst! Ik draai de pluggen binnen terwijl André weer in stelling gebracht wordt. Aasvis aan de haak, in de gaten houden waar de zeilvissen zijn en er dan enkele meters voor werpen. Zodra de aasvis landt wordt het helemaal stil aan boord. Man wat is dit spannend! Soort van kortstvissen op karper, maar dan zijn deze vissen 2 á 3 meter lang en halen ze 100km/h onder water…
De reactie van de zeilvissen is echter niet zoals we hopen. De aasvis wordt volstrekt genegeerd en de school zwemt rustig door. Meermaals wordt de aasvis er voor gegooid maar ze lijken domweg niet te azen. Nog steeds dat koude water wat roet in het eten gooit? Liggen ze gewoon op te warmen in de zon?
We trollen weer verder en zien al gauw drie andere zeilvissen. Dit keer trollen we er rondjes omheen. Ook nu is het weer stil aan boord. Je ziet zo’n rugvin en je kijkt naar de lijn, wetende dat jou plug straks krap vijf meter langs die razend snelle jager heen wiebelt. Als we een schooltje van drie voorbij slepen is er opeens actie. De rugvinnen schokken en een fractie van een seconde later giert de lijn van mijn molen. Fish on!
Maar niet voor lang… De vis lost en ik moet het doen met een flinke kras op de Halco Laser Pro. Hoe bestaat het dat ze de dreg heeft gemist..?
Twee uur lang vissen we tussen de zeilvissen. Hoeven nooit meer dan 200 meter te varen voordat we er weer één of meer tegenkomen. Dan zien we er plots zeven bij elkaar. Zelfs Jezus heeft deze aantallen nog nooit zo dichtbij elkaar gezien. Meestal zwemmen ze in twee of drietallen, of anders alleen. Alles gaat uit de kast en Jezus prepareert een aasvis van zo’n 25cm. Een grote biggame haak gaat met de punt naar beneden door de aasvis en vervolgens wordt de aasvis gefixeerd met nylon. De aasvis gaat vervolgens net achter het schroefwater en we slepen strak voor de school zeilvissen langs…
We zien de hele school reageren. Drie van de zeven rugvinnen buigen direct haaks af, recht voor de lens van mijn camera. Vervolgens zien we de zeilvissen versnellen en dan wordt de aasvis van André gepakt. Lijn giert werkelijk van de baitrunner. Jezus stelt voor om aan te slaan omdat dit nogal ingewikkeld is, maar André staat er op dit zelf te doen. Wat volgt is een halve minuut van totale miscommunicatie. Elke keer als Jezus zegt ‘Oké’, daarmee bedoelende dat het goed gaat zoals het gaat, slaat André aan met als gevolg dat de haak uit de bek getrokken wordt. Drie maal pakt de zeilvis opnieuw, drie maal dezelfde fout… Dan is de kans voorbij…
De sfeer in de boot is een beetje bedompt, Jezus heeft bijna twee uur langer doorgevist vanwege de hoeveelheid zeilvis rond de boot. Dan volgt eindelijk de kans en wordt deze niet gepakt. Het haken van een zeilvis schijnt een kunst op zich te zijn. Soms neemt zo’n vis wel 100 meter lijn alvorens hij de aasvis echt naar binnen werkt. Het komt allemaal neer op gevoel en dat heeft André wellicht onderschat. Natuurlijk is alles zelf doen verreweg het leukst, maar als je maar zo weinig kansen krijgt… Balen, ontzettend balen..!
Thuisgekomen zoek ik nog even op welke tonijnsoort ik nu precies gevangen heb, want deze kende ik nog niet. White Skipjack, in tegenstelling tot de Black Skipjack, wordt slechts zeer sporadisch gevangen op kunstaas, dan wel aasvis vanwege hun zeer scherpe zicht. Eigenlijk net als dolfijnen dus. Vandaag dus twee uur gevist op een praktisch niet vangbare vissoort, weten we dat ook weer!
Hasta luego,
Volkmar Strikkers
White skipjack. Idd mooie kleuren. Parelmoer, als van de binnenkant van een mossel.
Respect voor het doorzettingsvermogen.Klinkt als een beproeving in moed houden…..
Leuke verslagen over de vakantie. Moest erg lachen om je laatste regel. Ben nooit achter zulke vissen aangeweest maar het begint weer te kriebelen als ik het lees.
Groetjes, Arjan