Fishing the Mexicoast – Deel 1
Door de jaren heen ontmoet je meer en meer vismaten. Inmiddels heb ik een aardig ‘bestand’ om het zo maar te noemen, in binnen én buitenland. Met sommige vismaten vis je vaak, met anderen slechts af en toe. Vaak heeft dit voor een groot deel te maken met de onderlinge afstand. Georges de Bruyker ken ik van mijn tijd in Schiedam. Hij, toen nog woonachtig in België, heeft zijn vaderland inmiddels verruild voor het prachtige Mexico. De Roosterfish zwemt praktisch in zijn achtertuin en laat dat nou net een vissoort zijn die ik heel graag eens zou vangen…
Al bij zijn vertrek liet hij weten dat ik altijd welkom zou zijn. Anno 2012 volgt er meer en meer mailverkeer en in oktober worden er knopen doorgehakt. 7 April 2013 wordt dubbeldik onderstreept in de agenda en André en ik boeken een ticket. Het voorbereiden kan beginnen…
En dan is zo’n locale kennis wel handig. Vooral André heeft al de nodige ervaring met het vissen in de tropen, maar elke locatie kent zo zijn specifieke toppers en in dit geval zijn dat Ranger Lures, zo horen we van Georges. Goed voor onze target, de Roosterfish, maar ook Pacific Jack Crevalle, Crocodile Needlefish en Sierra Mackerel zijn er gek op. Er komt een doosje onze kant uit, tezamen met andere materialen. Ideaal dat online winkelen tegenwoordig. Even intikken op google en enkele dagen of weken later heb je de spullen in huis. Biggameshop.nl heeft een mooi assortiment voor de reizende visser, maar ook ebay en enkele Franse webshops worden geplunderd. Klossen 30 en 40 ponds Power Pro zullen de molens gaan vullen en dan het lastigste deel van de zoektocht: Reishengels.
Omdat onze heen en terugreis uit drie vluchten zal bestaan, is het meenemen van een hengelkoker niet echt betaalbaar te noemen. 300 á 400 euro retour, dat geld besteden we liever nuttiger. Na veel speur- en leeswerk kom ik uit bij de Seastar Travel serie van Sportex. Een 80-100 grammer en een 90-160 grammer worden aangeschaft en André koopt dezelfde set. Dachten we vooral de 80-100 grammer te zullen gebruiken, in de praktijk is dat alleen de zware variant geworden, waarvan het werpgewicht overigens tamelijk hoog beschreven is. Zestig, maximaal tachtig gram werpt ideaal en alles daarboven zorgt toch wel voor overbelasting. De hengels zijn verder schitterend afgebouwd en er is gebruik gemaakt van degelijke hengels. Een zware reishengel kan ik gelukkig van Michel lenen en aangezien zijn Shimano Caranx Kaibutsu STC zich al bewezen heeft op de GT’s van de Andaman eilanden maak ik me over deze hengel geen enkele zorgen.
De maanden tikken voorbij, het spaargeld druppelt binnen op de rekeningen van de webshops, maar dan is het toch echt zeven april. Met de koffer op standje ploffen arriveer ik samen met André op Schiphol. Drie uur later staan we op Frankfurt en daar staat het toestel voor de intercontinentale reis al klaar. Hoewel ik niet begrijp hoe ik ooit piloot heb willen worden, vind ik het toch wel weer leuk om dan met de allergrootste mee te mogen.
De vlucht is uiterst relaxed. Vliegtuig niet al te vol, goede films in het ’personal entertainment system’ en ik pak zelfs nog een paar uur slaap alvorens we landen in Houston. Daar overnachten we in een hotel, maar niet voordat we ‘American style’ uit eten gaan. Een 10oz steak met hash browns en toast wordt verorbert en na een wafel als toetje staan we beide verbaast (en tonnetje rond) naar het bonnetje te kijken. 24 Dollar… Daar kun je in Nederland net voor naar de snackbar tegenwoordig…
Afijn, de volgende ochtend melden we ons weer op het vliegveld en na weer tig controles wandelen we richting vliegtuig. Even wennen na de ruimte van gister, dit lijkt meer een rioleringsbuis voorzien van vleugels, maar hij brengt ons waar we zijn moeten en dat is Huatulco Airport. Opnieuw gaan onze koffers door de scan en ja hoor beide mogen we het hele zaakje uitpakken bij de douane. Hengelkokers, kunstaas, allemaal super spannend maar zolang er geen wit poeder of groen grassig spul tussenzit mag je uiteindelijk toch doorlopen. Bij de uitgang hoeven we niet lang te zoeken eer we Georges zien, die steekt wel af tussen de Mexicanen, en met een stevige handdruk begroeten we hem.
“Is het altijd zo warm hier?” Vraagt André zich hardop af. Yep, is het duidelijke antwoord. En inderdaad, het is echt knetterwarm. 35 Graden en de zon staat op standje ‘aanbakken’. Even wennen dus na dat belachelijk koude voorjaar in Nederland. Dan sjokken we door richting de parkeerplaats waar de Hummer al op ons staat te wachten. Dat is nog eens wat je noemt een visauto! Nadat de koffers worden ingeladen beginnen we aan de rit richting ‘Casa Georges’. Daar aangekomen ontmoeten we zijn vrouw Blanca en ondertussen vallen de monden open. Wat een pracht van een huis en wat een uitzicht. Grote ramen in de woon en slaapkamers voorzien in uitzicht over de Pacifische, of Grote Oceaan en Georges wijst alvast aan waar de zon in de zee zal zakken.
Nadat we de spullen in de kamers leggen lopen we een rondje door de tuin. Een prachtige rotstuin met grote oude cactussen en vele kleurrijke bloemen. De huisleguaan laat zich vandaag niet zien maar Georges verzekerd ons dat we hem nog wel eens tegen zullen komen een dezer dagen. Evenals de kolibries, die ’s ochtends bij hem voor een druppel suiker komen.
We kijken onze ogen uit maar turend over de oceaan zien we ook minder goed nieuws. Hoge golven. Georges zei het al onderweg en noemde het al eerder in de mail. Een orkaan ver op zee heeft voor hoge golven gezorgd en deze zullen pas in de loop van de eerste week gaan afnemen. Kantvissen zal dan ook een lastig verhaal worden, maar als Georges voorstelt na het eten nog even te gaan zeggen wij natuurlijk geen nee.
Rond de klok van vijf schuiven we aan als Blanca een heerlijk diner op tafel zet. Voormalig chefkok en dat zullen we merken deze weken. Het eten is werkelijk voortreffelijk en ik kan me niet herinneren ooit zo lekker, en laat staan met een dergelijk uitzicht, te hebben gegeten. Ja, wij gaan ons hier wel redden de komende 10 dagen!
Na het eten tuigen we de hengels op en lopen we naar het strand. Dat strand is kilometers lang en je ziet werkelijk geen teken van leven. Prachtig, ongerept, je zou bijna vergeten te vissen. Dat vissen zelf is overigens ook een lastig verhaal want de golven blijken inderdaad roet in het eten te gooien. Troebel water en volgens Georges véél te koud. Terwijl de zon in de zee zakt lopen we een dik uur later dan ook terug huiswaarts om de rest van de spullen klaar te maken. Er wordt nog wat gekletst maar dan gaat bijtijds het licht uit. 05:30 Gaat de wekker…
Eerste visdag
En dan is zo’n positieve jetlag wel lekker. Voor mijn gevoel geweldig uitgeslapen, stap ik nog voor de wekker mijn bed uit. In de keuken reeds een hoop kabaal. Hond Fred heeft iets gezien en wil dit aan iedereen laten weten. Na een vlotte douche voeg ik me bij de ontbijttafel waar ons heerlijk vers brood voorgeschoteld wordt. Wat een luxe en helemaal voldaan stappen we dan even later in de auto. Op naar Puerto Escondido, waar we onze gids Jezus zullen ontmoeten.
Een goed half uur later parkeren we de auto en lopen we Playa Principal op. Een beschutte baai die werkelijk vol ligt met visbootjes. Allemaal type panga en het plaatje kan dan ook niet meer Mexicaans, zo met de palmbomen erachter.
Jezus en zijn maat Fillo zijn inmiddels ook gearriveerd en al snel worden de handen geschud. Fillo haalt de boot en direct zien we dat we met een zeer bekwame kapitein te maken hebben. Moeiteloos stuurt hij de 8 meter lange panga tussen de bootjes door, om haar met een simpele beweging achterwaarts te beachen op een goede golf. Spullen in de boot, afduwen maar en gaan. Op naar de roosters!
Terwijl we genieten van de opkomende zon varen we met een stevige gang richting de betere stukken strand, die overigens vlak bij Georges huis blijken te liggen. Na een goed uur varen mogen we los. André achterin, ik voorop de boot. Het werpdek is helaas geen optie vanwege de flinke golfslag, dus blijven we gewoon met de voetjes op de vloer. Al snel vliegen de rangers richting branding. 80-100 Meter moet er gegooid worden en dat valt nog niet mee. Sterker nog, na een uur krijg ik het gevoel dat mijn schouder er ieder moment af kan vallen. Lang leve een kantoorbaan…
Ik neem even rust en smijt dan weer verder. Tekenen van leven? Op wat wegduikende aasvissen na gebeurt er niet veel. Pas na een uur of twee gooien is er dan toch iets wat wel een hap zit in mijn GT Ice Cream Skinny, maar helaas blijft het bij een flinke tik…
Dan veert Jezus op en vraagt ons of we snel ons kunstaas binnen willen halen. Hij heeft iets gezien en als Fillo de boot er naartoe stuurt zien we het ook. Verder op zee een hoop commotie in het water. Klein aas wordt ons aangeraden, aangezien het waarschijnlijk Barrilete betreft, een soort Bonito die hier vaak in grote scholen onder de kust jaagt. En jagen, dat doen ze! Maar vangen ho maar… De school verplaatst zich werkelijk razend snel en na elke worp moet de boot weer opnieuw gepositioneerd worden om over de school heen te kunnen werpen. Een spectaculair gezicht maar na een klein half uur besluiten we terug richting kust te varen.
Het stuk wat volgt bevat de nodige rotsen onder water en hier is het mijn subwalk die een enorme knauw te verduren krijgt. De vis lost direct maar man man wat tetterde die erop. Een paar diepe krassen verraden de voortanden van een ‘Pargo’ oftewel Dogtooth Snapper. Die had ik graag gehaakt!
Maar goed, drie maal scheepsrecht zo neem ik mezelf voor, dus de volgende zal wel moeten hangen. Verder langs de rotsen vissen wordt te gevaarlijk. De hoge golven in combinatie met ondiep water maken het risico te groot. We vissen dan ook werpend terug langs het strand en dan is het André die eindelijk een aanbeet krijgt. Een Crocodile Needlefish heeft zijn Ranger gearresteerd maar schiet net zo snel weer los. Weer even later komt mijn voorspelling uit als ik mijn chrome blauwe ranger strak langs het samengedrukte schuim vis. Alweer een Crocodile Needlefish en deze blijft wel hangen. Voor Nederlandse begrippen al best een leuk formaat geep dit, maar vergis je niet deze jongens halen gewoon de anderhalve meter. Stel je eens voor tegen wat voor tanden je dan zit te kijken!
Een uur later lost ook André nog zo’n geep en dan is het beste er wel vanaf. Een uur of 5-6 smijten in de brandende zon eist zijn tol en we besluiten trollend terug te vissen naar Puerto Escondido. Dat trollen levert helemaal niets op. Een slecht teken volgens Georges, deze dag. Jack Crevalle en Sierra Mackerel hadden zich zeker moeten melden. Ook de gids klaagt over het koude water. Brrrrr is een woord van alle talen in dit geval. En dan te bedenken dat het water gewoon een graad of 25 is… Wel is het onwijs genieten hier op het water. Lekker zeebriesje, we spotten de eerste zeeschildpadden en daarnaast vele zeeslangen. Prachtig zwart met fel geel gekleurd maar dodelijk giftig en dus komen we er niet te dichtbij. Je wil er geen in in de boot met acht blote voeten er omheen…
Terug in de haven pakken we de spullen weer uit de boot. Was het op zee nog wel lekker, eenmaal uit de wind breekt het zweet aan alle kanten uit. Om maar niet te spreken van de autorit! Gelukkig kunnen we thuis direct onder de douche. Helemaal fris verschijnen we aan tafel, om van het volgende heerlijke avondmaal te genieten.
Geen wereldstart dus, maar met nog acht bootvisdagen te gaan moet het vast komen. Morgen naar Roca Blanca. Een stek waar alle soorten samenkomen. We gaan het meemaken!
Tot deel 2,
Hasta Luego,
Volkmar Strikkers
Mooi verslag weer Volkmar!! Genieten dit!
Kapper, even opzoeken in het woordenboek hoor…
kap·per (de; m,v; meervoud: kappers) 1verzorger van het kapsel
Euh, nee… :)
Groet,
Volkmar
Off to a good start, benieuwd naar de vissen waarover je SMS-te. Gr Roel. p.s, toch niet naar de kapper geweest !?