Lac du Boursin Cuisine, deel 2
In weken na de test sessie in mei gingen we regelmatig op bezoek bij Bernard van Kapel om koffie te drinken en avonden lang over vissen te praten. Het blijft me nog steeds verbazen hoelang je over vissen kan blijven kletsen zonder dat het saai wordt. Goed, Hans heeft inmiddels al 100x het verhaal gehoord over de spiegel die ik 4 keer ving en nu inmiddels wel op een pondje of 35 moet zitten. En ook bij mij loopt het me dun door de broek als ik Hans weer tegen kleine weerloze hengelaartjes hoor vertellen dat hij 25 runs had op een put die nu best taai is geworden. Oh wat was die jongen moe na afloop, tjonge jonge! Bernard wist dat we weer naar Frankrijk zouden gaan en kwam met een paar mooie tips en trucks op aasgebied. We leven inmiddels enkele weken later als we een ander water in dezelfde regio op het oog krijgen. Dit ziet er toch ook wel goed uit zeg, en er is zelfs in de buurt een grote stacaravan te huur. Perfect want dat scheelt weer een aantal stretchers, een tent, slaapzak etc. Nadeel is dat we hier niet mogen nachtvissen……….goed, we wagen het erop!
Het is half September als we op het water aankomen. We beginnen maar eens met de sleutel te halen van de ‘royale’ stacaravan om de spullen te reorganiseren. We hebben niet veel bij ons en de vrouwen hebben de opdracht gekregen om de poederdozen en al die andere grappen zoveel mogelijk thuis te laten. Goed, even over de royale stacaravan…….
Dit bleek een super klein en vooral gaar verblijf te zijn. Het leek wel een poppenkast waar ieder moment Bassie en Adriaan om de hoek konden komen. De gemiddelde dixy is volgens mij groter en bevat minder insecten. Dit is een goed begin. We beginnen maar eens om de ”slaapkamers” te barricaderen om al het ongedierte maar zoveel als halen kan in de ‘woonkamer’ te laten.
Enkele knelpunten op een rij:
* Een lekkere zomerse tempratuur van ca 25 graden. Binnen kan je er nog 10 graden bijtellen.
* De gehele woonkamer is gevuld met aas en visspullen. * Er is maar 1 zitplek en dat is een bank van ongeveer 1 meter.
* Overal zitten insecten in de vorm van vliegende torren, muggen, vliegen en andere mutanten.
* De wc slaat nergens op, als ik op de pot zit steken me benen 40cm de woonkamer in omdat de deur niet meer dicht kan, enzovoort.
Het blijkt ook een gigantische missie te zijn om aan het water te komen, veel meer als verwacht. Goed, we laten ons niet gek maken en we gaan het water maar eens op met de zodiak. Het valt ons direct op hoe rustig het is op het water, er is werkelijk niemand aan het vissen. ”Dit is positief Hansje”‘, we hebben het hele water voor onszelf!
We verkennen het water en voeren enkele stekken aan, hier kan morgen ochtend zeker vis verwacht worden. De nacht in die clown onvriendelijke stacaravan zal ik ook niet snel vergeten: 25 graden op de “”slaapkamer””, niks open kunnen zetten omdat de insecten je parten spelen, geen ‘Paula koeienvla”‘ na het eten…nee, het huilen stond me nader als het lachen.
Goed, de volgende ochtend om 06:00 gaan we op pad. Zodiak op het dak van de auto, visspullen in de kofferbak, voedsel mee en gaan. Bij het water boot er weer af, spullen in de boot laden en dan nog 45 min naar de stek varen. Het is inmiddels 08:00uur als we de hengels hebben uitgevaren.
.
We vangen die dag geen enkele vis en zien ook helemaal niks springen of wat dan ook. Er is totaal geen enkel teken van leven, ja, in de caravan wel maar dat is nou net….
Drie dagen later staat er een windkracht 6 en gaan we uiteraard op de windkant zitten. Uit zeer onbetrouwbare bron hadden we vernomen dat als er flinke wind zou staan, de vissen vanzelf het net in zouden springen hier. De windkant wordt vanaf de eigenkant bevist, dus niet met de boot naar de overkant maar gewoon lekker simpel. Gewoon,omdat het kan! Uitvaren is weer een echte missie. Het water is hier vrij lang ondiep en de wind heeft gigantisch veel vat op de boot. Daar komt bij dat er ook nog een elektromotor aanhangt die razendsnel naar beneden moet bij het afduwen, maar niet te snel anders ram je hem in de bodem. (lees: Steen en rots) Nu hebben we een extra factor die voor het nodige vermaak zorgt: Hans+boot+elektromotor+wind = Problemen. Stel je voor: 3 hengels liggen al uit, mijn thermolaarzen die ik het hele jaar draag en 5 kg per stuk wegen zijn zo lek als een zeef, ik sta met diezelfde laarzen tot mijn knieën in het water om Hans met de hele klerezooi het wijd op te duwen. Zodra ik Hans de finale zet geef blaast de wind hem met boot en al dwars door alle lijnen zo de kant weer op. Nou, menig scrabbelaar zou een moord doen voor de scheld kanonnade die dan losbarst.
.
We zijn inmiddels enkele uren verder als we voorzichtig grapjes gaan maken over verkassen naar een geheel ander water. Hier zijn we echter niet op voorbereid. De stretchers en tenten liggen nog thuis, die hebben we hier immers niet nodig. Goed, na vele ideeën hebben we het helemaal bedacht: we gaan terug naar Nederland en laden de auto opnieuw in, dan slapen we thuis om in de vroege ochtend weer terug te gaan naar het water waar we in mei ook waren: Lac du Boursin Cuisine.
Wat een missie zeg, maar we hebben toch nog een week vrij dus kan ons het schelen. We gaan terug naar de Caravan en in slechts 30 minuten hebben we alle spullen weer in de auto zitten. Snel langs de balie om te zeggen dat we een sterfgeval hebben en met spoed weg moeten (dit kan je het beste door de vrouwen laten doen).
De volgende dag komen we aan op ”Boursin”‘. Het water lijkt ook hier verlaten, perfect! We knallen het bos in en kijken nog eens goed….nee, echt bijna geen mensen hier. Na een uurtje is het kamp weer opgezet en plots zegt Astrid (de vriendin van Hans): Kijk, daar staat een tent naast ons. ”tent naast ons”? vragen we. ”ja, daar””! Verdomd, 40 meter naast ons staan 2 tenten. Hoe is het mogelijk, hoe konden we die over het hoofd zien! Balen!!! Als we dit hadden geweten waren we een stuk verderop gaan zitten natuurlijk. De spullen weer afbreken en verkassen lijkt een optie maar we gaan eerst maar eens een praatje maken. Het blijken twee broers te zijn en ze hadden ook ons niet opgemerkt. ”Blijf maar gerust zitten” zegt de een terwijl de ander de zin afmaakt met ” er wordt hier niks gevangen, door niemand”. Het blijkt dat er toch meer vissers zitten als gedacht maar de zodiaks die ze verraden liggen diep in de struiken. Het water is 400meter breed en dus vallen ze inderdaad niet op. Er zijn slechts 2 kleine schubs gevangen door een paar Engelsen, verder is er niemand op het water geweest om te drillen.
We gaan terug naar ons kamp en diep van binnen is een slecht gevoel me bekropen. Maar goed, we hebben een mooi aas bij ons dat Bernard ons heeft verteld en dus kan dat zichzelf nu mooi bewijzen. De hengels worden uitgevaren en we gaan opgebaard op de stretchers liggen.. Het is midden in de nacht als er een pieper tekeer gaat, wat een run! Zodiac in, drillen wegen bla bla en het blijkt een mooie spiegel te zijn. Nou, dat ziet er goed uit, en dat terwijl er niks gevangen wordt op dit water.
.
De volgende ochtend als we foto’s aan het maken zijn komen de twee broers kijken. We maken nog een praatje en ze vertrekken weer richting de tent. Nog geen minuut later knalt de hengel van Hans af, dit is lachen. De vis word wederom vanuit de boot gedrild en geeft prachtige sport. Eenmaal in het net ziet het eruit als een zeer fraai exemplaar. Op de kant staan de twee broer waarvan er een assistentie verleend als we nog even een andere lijn van ons meepakken. Top!
.
Ondertussen is het in de middag als we plots doorhebben dat er wel erg veel wespen zitten. Het blijkt een ware plaag te zijn. In al die jaren dat ik vis heb ik nog nooit een tent bij me gehad met een hor of grondzeil, maar laat ik die nu toevallig eens wel bij me hebben, daar kom ik zeer goed weg. Er zijn momenten dat we de tent niet uit kunnen omdat er tientallen agressieve wespen het op ons voorzien hebben. Iedereen wordt gestoken maar ik ontspring de dans, perfect. We maken wespenvangers met een inhoud van 1 liter, na 2 dagen hebben we 3 liter wespen verzameld en nog zijn er honderden. We slaan er ook nog zeker 300 naar het hiernamaals maar er lijkt geen eind aan te komen. Dit drukt wel een stempel op de toch al bizarre sessie.
.
We vangen nog een paar vissen bij en we hebben nog een leuke avond als de twee broers een biertje komen drinken..
.
.
Inmiddels moeten we bijna weer beginnen met werken en we gaan het kamp maar eens opruimen. Het zijn op de valreep toch nog enkele mooie dagen geworden, mede dankzij de aasgoeroe Bernard van K. Ik bedoel natuurlijk Bernard van Kapel, maar ”Bernard van K” klinkt mooier voor het dramatische effect. Volgende maand gaan we weer richting Frankrijk, hier volgt uiteraard ook een verslag van.
Laurens van Emmerik