Terug in de Panhandle
Twee jaar geleden viste ik met een collega en een Amerikaanse kennis, Charlie, een superweekend in Noord-West Florida.
(“Offshore vissen in noordwest Florida” & “Kustvissen in Noord-West Florida”)
En zoals gebruikelijk bij zulke vistrips worden de goede herinneringen net zolang opgediept totdat ze omgezet worden in plannen voor een reprise. In plaats van collega Ian gaat zijn opvolger Gary mee, die opgegroeid is in de bergen van Montana en daar zijn jeugd eindeloos veel op forel gevist heeft. Hij wil zijn geluk nu wel eens op het zoute proberen.
Amerika heeft een strakke visserij beheerspolitiek, dat is prima en zorgt ervoor dat niets naar de vernieling gevist wordt. Helaas zijn wij de pineut, het quotum van 185 dagen off-shore vissen van de boot van Kamen Miller, waarmee wij zouden vissen, is terug gebracht naar 45 dagen ! We besluiten beide dagen vanuit Baycity lodge te vissen in de brakke lagune van Apalachicola. (www.baycitylodge.com)
Op de weg naar de lodge stoppen we om kwart over zes bij de Piggly Wiggly supermarkt voor flesjes water, blikjes drinken en een take-away breakfast. Van een afstand lijkt Amerika misschien een groot homogeen land, maar als je er vaker komt merk je dat de verschillen tussen noord-west; mid-west, oostkust en het zuiden waar wij nu zijn bijna net zo groot zijn als tussen landen in Europa. Wat het eten betreft: In het Zuiden gaat vrijwel alles in de frituur, is het vlees doorgaans varkensvlees, worden er cornbread, hashbrowns, biscuits (een soort zoete scone) en grits gegeten. De man voor mij, laat voor zijn ontbijt gebakken aardappelen en twee gefrituurde karbonades in pakken. Dat is mij net een iets te stevig ontbijt, ik laat het bij roerei, gebakken tomaat, worstjes en brood. Op de picknick tafel van de lodge laten we ons het ontbijt goed smaken.
Vandaag vissen we met Ralph, een gepensioneerde oestervisser die hier geboren en getogen is en zijn hele leven op het water gezeten heeft. Ralph heeft geen GPS op de boot “no, not needed, I know the bay” hij heeft ook geen dieptemeter, Ralph heeft een bamboe stok, waar mee hij kan voelen of we bij de oesterbanken aanbeland zijn. Als aas hebben we levende garnalen meegenomen en twee keer gooien met het werpnet bij een baken, levert een 100 stuks “green backs” op, een soort minnow, die door elke roofvis gegeten wordt.
Dit soort bakens zijn magneten voor vis; een bruine pelikaan houdt de wacht.
We zoeken de eerste oesterbank op om te gaan vissen. De uitrusting is recht voor zijn raap: een simpele 6ft hengel, een 4000 series molen met 30/00 nylon, een loodje van 20 gram aan het einde van de lijn, met daarboven een lus met een 2/0 haak. De eerste green-back wordt onder water snel gearresteerd door een speckled seatrout, een felle vechter en een gewilde consumptievis. Catch & Release is hier voorbehouden aan de soorten die men niet graag eet: haai, ladyfish, meervalletjes en alle soorten die te klein zijn om een filet van te snijden. De gewilde consumptievissoorten zijn met name de white en speckled seatrout en bovenal redfish (drum). Voor “speckles & reds” gelden minimum lengtes voor de keepers en bag limits, die zeer nauw nageleefd worden, op overtreding staan zware boetes en op een herhaalde overtreding staat intrekking van licenses of het in beslag nemen van de boot. Ralph ziet heel nauwkeurig toe dat de vis met de bek dicht gemeten wordt – “that’s the law my friend”
Ralph in opperste concentratie bij het meten van een speckled trout
Voor de white seatrout geldt geen baglimit en we proberen een goed maal te vangen voor “charity”: de “church community fish-fry” van de kerk van Charlie. Het is een heerlijk verslavend spelletje – een paar tikjes tegen het aas voordat de vis het aas heeft en wegzwemt, even meegeven en bam hangen !
De volgende aanbeet brengt een nieuwe vissoort – lady fish – en terwijl ik de vis enthousiast de boot in haal voor een foto met een nieuwe vissoort, hoor ik het commentaar achter mij niet, omdat niet te doen. Het waarom is snel duidelijk, de ladyfish schijt alles onder, inclusief ondergetekende, niet meer doen dus. Zo af en toe zitten er harde aanbeten tussen. De baai van Apalachiocola herbergt twee soorten meervalletjes die het goed doen in het brakke water. Ze lijken op de meervallen die we in Gambia vingen in 2008, ze hebben ook giftige stekels in de buik- en rugvinnen. Behalve de stekels worden ze niet in de pan gewaardeerd en zijn ze behoorlijk slijmerig, zodat de harde aanbeten doorgaans met een “nee- hè” begroet worden, maar als ik eerlijk ben is het wel van de leukste sport.
De andere harde aanbeten komen van kleine haaitjes. Omdat we niet met onderlijnen vissen verspelen we de eerste drie haaien aanbeten. De vierde, die helemaal in het hoekje van de bek gehaakt is, weet Gary in de boot te krijgen.
Ik heb in mijn hele leven nog nooit een haai(tje) gevangen. Onder in de viskist van Charlie vind ik gelukkig een onderlijntje. Op de haak gaat een groot stuk visfilet. Na het ingooien voel ik al snel “geknabbel” dat een poos aanhoudt, waarna de vis weg speert, het lijkt wel of ik een frisbee aan de haak heb. Het duurt een poos voordat de schuldige naast de boot ligt – een fraaie rog, welke soort het is me wel verteld, maar is inmiddels vergeten.
In de volgende worp wordt het onderlijntje verspeelt. gelukkig is er nog een dik stukk 100 lbs nylon aan boord waar een nieuwe onderlijn gemaakt wordt. Het grote stuk vis dat we aan de haak gedaan hebben, ligt niet lang op de bodem voordat het gearresteerd wordt en 2 minuten laten mijn aller eerste haaitje een feit is !
De rest van de middag vangen we nog een prettige hoeveelheid white trout voor de community fishfry van Charlie. Om drie uur geeft Ralph de 225 paarden de sporen en gaan we terug naar de baycity lodge, waar onder het genot van een koud biertje de vis voor ons gefileerd wordt.
Roel Orsel