Wadend vissen deel 3 – winter
In deel 1 en deel 2 schreef ik al over het wadend vissen op snoek. Nu de winter is aangebroken (gelukkig blijven we nog even verschoond van sneeuw of, nog erger, ijs) deel ik graag met jullie in dit artikel de waadpak visserij in de koude tijd van het jaar.
Wadend vissen in de winter
Wadend vissen kan, zeker in het voorjaar en najaar, naast bijzonder leuk ook erg effectief zijn. Juist in die perioden ligt de snoek vaak in de ondiepere oeverzones en op het eerste taluud. Tenminste, als we het hebben over de wat diepere rivierplassen, zandgaten en grindgaten met diepten in het midden van meer dan 8 meter. Juist tijdens het waden kun je dan precies daar vissen waar een flink gedeelte van het snoekbestand zich ophoudt. Heel efficiënt dus.
Met het invallen van de kou (watertemperaturen onder de 10 graden) verandert deze situatie drastisch. Zoals bekend zakt de snoek in dergelijke wateren af naar de diepere gedeelten. Waardoor ze vanaf de kant, ook met een waadpak, niet of nauwelijks te bereiken zijn. In de winter is wadend vissen gemiddeld genomen dan ook zeker minder effectief. Maar geldt dat niet een beetje voor de hele snoekvisserij in de winter? Die is toch echt een stuk taaier als in de warmere perioden. Natuurlijk, als je plekken weet waar de witvis zich massaal verzameld op niet al te diepe stukken, zoals in sommige (jacht)havens, dan kan je soms wel de hele winter redelijk constant snoek blijven vangen. Maar op de meer natuurlijke plassen is het s’winters wadend met kunstaas vaak buffelen voor slechts enkele mooie vissen.
Toch ben je ook s’winters op deze plassen met de semi-kant visserij (waadpak) niet kansloos. Want alhoewel een flink gedeelte van de snoek zich laat afzakken naar de onderste waterlagen, zullen er altijd snoeken op de ondiepe gedeelte blijven. Minder, maar ze liggen er wel. Bovendien zullen de snoeken op de diepere gedeelten tijdens actievere aasperioden weldegelijk in hoger gelegen waterlagen gaan jagen. Je bent met je wadende visserij daardoor wel veel afhankelijker van de aasperioden van de snoeken die in de winter ook nog eens een stuk korter lijken te zijn als bij watertemperaturen boven de 10 graden. In de winter kunnen lange en koude uren aan je voorbijgaan zonder enige vorm van actie. Totdat er ergens een knop lijkt om te gaan en je in korte tijd zomaar meerdere aanbeten krijgt. Alhoewel het geen wet van Meden en Perzen is (geloof me, die bestaan niet in hengelsport) lijkt de middag en dan met name wat later in de middag vaak het moment waarop ze even “aangaan”. En dan kun je prachtige momenten beleven met vaak schitterende vissen. Koude maar wel dikke vissen met een doorgaans prachtige tekening. Wadend vissen in de winter op de diepere plassen is dus zeker iets voor doorzetters die er in blijven geloven. En ja, blanks zullen zeker voorkomen.
Kleding etc.
Een ademend waadpak kun je nu natuurlijk gerust thuislaten, neopreen is absoluut noodzakelijk. Ook de kleding daaronder en dat met name de eerste laag direct op de huid is erg belangrijk. Kies als eerste laag in ieder geval niet voor katoen omdat dit klam en vochtig en dus koud wordt. Kies in plaats daarvan voor synthetische shirts. Ook zijn er speciale warmteshirts van wol verkrijgbaar, o.a. van het merk Icebreaker.
Heat Factory?
Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik heb heel snel last van koude voeten. Alles al geprobeerd maar tot nu blijven alleen met elektrische sokken mijn voeten lekker warm. Voor het wadend vissend zie ik deze echter totaal niet zitten, veel te veel gedoe. Wel heb ik vorige week, zij het tijdens het vissen vanaf de kant, voor het eerst de producten van Heat Factory uitgeprobeerd. Deze leveren o.a. zooltjes waarin je zakjes kunt plaatsten die warm worden door de verpakking te openen en even te schudden. De eerste resultaten daarin lijken bemoedigend en ik zal deze dan ook zeker gaan testen tijdens de visserij met een waadpak en zeker ook tijdens het belly-boten. Ik houd jullie op de hoogte. Ik hoor ook graag de ervaringen van anderen met deze verwarmde producten en zooltjes!
Verslag van een koude dag eind november
Met Edwin heb ik wederom afgesproken een dagje te gaan waden op een rivierplas. Het is nog vroeg als we onze auto op de dijk parkeren. Eerst maar even de overkant pakken, oppert Edwin? Goed plan, in het verleden bleek met name de rivierkant van deze plas garant te staan voor een paar aanbeten. Enkele minuten later zetten we onze eerste stappen in het water, altijd weer een lekker moment. Ik kies voor een jerkbait terwijl Edwin een medium grote spinner kiest die in het verleden al vaker mooie vissen opleverde.
We vissen de gehele kant af, maar wat we ook doen, we krijgen geen beet. Na 2 uur zie ik als ik mijn jerkbait voor mijn voeten laat afzinken dan toch een volger van een niet al te grote vis. Verdorie, dat was er toch één, meld ik Edwin. Wat we ook doen, de vis laat zich niet meer zien. We besluiten weer verder te lopen en worp na worp wordt gemaakt. Het is heerlijk rustig. Geen bootjes, geen witvissers en geen ander rustverstoorders. Dat is toch wel één van de charmes van dit jaargetijde. Daar waar het in de zomer toch vaak uitgesproken druk is, zeker in het weekend, hebben we nu het rijk alleen.
Twintig meter verderop is het dan alsnog raak. Als ik mijn Busterjerk laat uitzwemmen zie ik hem, vlak voor mijn voeten, gepakt worden. Ja roep ik enthousiast! Een klein snoekje (zou het dezelfde zijn van daarnet?) mag snel weer zwemmen. Eindelijk een vis, al laat het formaat zwaar te wensen over. We vissen de hele overkant nog een keer af maar wat we ook proberen, meer actie kunnen we niet forceren. Tenminste, als we een kneiter van een in de rugvin gehaakte brasem die nog even voor vuurwerk zorgt niet meetellen.
Eerst maar eens een kop koffie en een broodje nuttigen. Uitkijkend over de plas genieten we. Alhoewel ik een echte koffie en cappucino fanaat ben is het verbazend hoe lekker zo’n kop in een thermosfles warmgehouden koffie met een broodje-van-de-vorige-dag-uit-een-plastic-zakje toch smaakt. We overleggen onze opties. Zullen we naar een ander water rijden? Of toch de andere kant proberen? In het verleden leverde die kant meestal niet zo heel veel op, maar het blijft vissen, je weet het nooit. We besluiten voor de laatste optie te kiezen. We zullen wel zien.
Wisselen van kunstaas?
We hebben, ondanks het uitblijven van actie, nog steeds niet gewisseld van kunstaas. Als er zowel op de spinner als op de jerkbait, toch twee heel verschillende stukken kunstaas, geen actie komt geloof ik niet zo in het wisselen van aas. Ik wijd het gebrek aan actie (op de kleine snoek na) eerder aan het feit dat ze gewoon niet los zijn. Maar misschien troost ik mezelf slechts met die gedachte.
We vissen dus stug door. Als ik na 5 minuten een droge tik op mijn jerkbait voel ben ik ineens weer scherp. Toch niet weer een vals gehaakte brasem? Nee hoor dat vecht als een echte groenjas, en zo te zien nog een mooie ook. Als we de vis voor het eerst zien geef ik deze zeker een meter. De dril is kort maar hevig en niet veel later kan ik de vis voorzichtig bij het kieuwdeksel pakken. We lopen terug de kant op waar we de mooie dikke snoek voorzichtig neerleggen en snel en dankzij de platgeknepen weerhaken gemakkelijk onthaken. Doordat de vis al duidelijk wintervet heeft aangelegd blijkt de vis net te kort om als metervis door te gaan. Het is wel een beauty. Eenmaal in het koude water zwemt ze meteen weer weg.
We waden rustig verder over deze 2e keus stek. 100 meter verderop is weer raak. En weer op de jerkbait. Nota bene op een plek die Edwin al met zijn spinner had afgevist. Zou zo’n jerkbait dan toch….? Edwin moet nog steeds de eerste aanbeet krijgen en besluit te gaan wisselen. Een zware jerkbait is op zijn lichte eigenbouw stokje geen optie maar uit mijn Plano doos vis ik nog een kleine Rapala Gliding Rap, een klein jerkbaitje met een fijne actie en precies goed voor zijn combinatie. Na 5 minuten wordt de Gliding Rap vlak voor zijn voeten woest gegrepen. Bingo! Een mooie 80-er is kortstondig de sigaar. Als niet veel later Edwin wederom glunderend een vis aan het drillen is lijken de jerbaits defintief te hebben gewonnen van de old-school spinner. In ieder geval vandaag.
Ook Edwin weet ze met jerkbaits te vangen
Gluiperige aanbeet
Ook ik weet nog een snoek bij te vangen en zo staat de teller ineens al op 6 vissen. Als ik voor de zoveelste keer mijn Busterjerk binnen vis voel ik een miniem tikje. Zo’n tikje die je alleen voelt als er niet teveel wind staat. Toch sla ik, in de veronderstelling een witvis te hebben getoucheerd, in een reflex aan. Ja er hangt wat aan informeer ik Edwin spontaan. Erg sterk is het allemaal niet en al heel snel zie ik een eerste glimp. Snoekbaars! En best een mooie. Ik kan de vis al heel snel pakken en loop de kant op. Als ik de vis in het gras leg gaat deze nog even flink flipperen. Daarbij slaat een dreg ik mijn ineens niet meer zo heel erg waterdichte Geoff Anderson waadjasje. Prutser…
Snoekbaars op ondiep water tijdens het koude jaargetijde blijf ik toch altijd weer verassend vinden. Verassend omdat er op ditzelfde water ook op 12 meter diepte verticalend al snoekbaars wordt gevangen. Voor snoekbaars geldt blijkbaar hetzelfde. Niet alle vissen laten zich afzakken naar dieper water in de winter. Om een lang verhaal kort te maken weten nog een paar vissen bij te vangen en gaan we met een vangst van in totaal negen vissen (waaronder de genoemde snoekbaars) moe, koud maar voldaan het water af. Nou maar hopen op een zachte winter…
Michel Rijnberg