Voor het eerst op de planken
Jaar na jaar blijven we ons verbazen over het gedrag van de snoek en blijven we bijleren over techniek en tactiek om ze te vangen. Wie 10 jaar geleden had verteld over dood-azen met makreel op de rod-pod; rubber kunstaas van 40 cm+ en baksteen voorns en brasempjes van een pondje of 2 als aasvis had ik waarschijnlijk meewarig aangekeken. In dezelfde categorie valt het vissen in de jachthavens in de winter. Dat de snoek die de massaal in de havens tussen de samenscholende witvis prima te vangen is, doet John en mij besluiten voor het eerste “de planken op te gaan”
Na een rit van een klein uurtje komen we om 7 uur in het pikkedonker bij een jachthaven aan. Met een minimale bepakking, de man twee dobber hengels en een kan koffie kiezen we een plekje bij een aantal lege lig-boxen. We vissen met een simpele montage en hangen snel een paar dode aasvissen aan de takel. Omdat de vis op een kleine ruimte afgedrild moet worden, vissen we met een stevige gevlochten lijn en dito hengel.
.
Het eerste uur passeert in ledigheid, maar rond half negen klinkt de dinner bel. John draait de dobber van achter uit de ligbox langzaam naar hem toe, wanneer de dobber halverwege “vastloopt” de dobber staat 10 cm onder het oppervlak en loopt langzaam naar links weg. Nadat de slack uit de lijn gedraaid is, slaat John aan, waarna het water explodeert. De vis schiet alle kanten op, maar ligt na een korte no-mercy dril voor de steiger – wat een buffel van een vis, helemaal op wintergewicht en duidelijk profiterend van de wolken witvis in de haven. John landt de vis met een kieuwgreep en begint een potje gewichtheffen. We hebben helaas geen unster bij ons, maar dit moet zeker een 30 ponder zijn. Natuurlijk is er wel een meetlint, dat pas stopt bij 122 cm.
.
2011 is voor John een bijzonder jaar dat al vijf 120 cm + snoeken in de boot bracht, en nu dus één op de planken. Na een aantal foto’s gaat ze weer terug het water in en schieten we een klein fimpje van het terugzetten en hoe ze met een ferme slag van de staart weer de diepte in verdwijnt. Als we weer staan geven we elkaar een high-five, de adrenaline giert nog door het lijf – dit is waarschijnlijk 1 van de zwaarste, zo niet de zwaarste vis die John ook ving.
Ik loop terug naar mijn plekje en sta verbaasd te kijken om dan pas te realiseren dat 1 van mijn hengels weg is – shit ! Even later zie ik de dobber een meter of 15 verderop in het “kanaaltje” tussen twee rijen ligboxen. Ik haal de aasvis van mijn andere hengel en na twee worpen heb ik de lijn gehaakt en draai ik heel rustig in. Wonder-boven-wonder volgt de vis gedwee en komt de hengeltop boven water. We kunnen de hengel te pakken krijgen en pas als de lijn strak gedraaid wordt krijgt de vis het voor het eerst in de bol en neemt een dikke run. Na een kort potje worstelen op twee vierkante meter komt een stevige metervis in het oppervlak, die het meetlint laat stoppen bij 111 cm. Zo van je een uur niks, zo 2 metersnoeken binnen 5 minuten.
.
Het gevolg van deze actie is dat de lijnen van beide hengels goed in de knoop zitten. Terwijl ik bezig ben om mijn tweede hengel in orde te maken wordt ik door John gewenkt: voorzichtig, maar zeer beslist loopt zijn dobber weer weg. De dril loopt met veel minder geweld, wanneer er een dikkerdje van in de 70 in top conditie even op de steiger komt kijken voor een foto.
.
.
De pret van vandaag wordt beëindigd door de havenmeester die ons vriendelijk maar beslist vraagt van de steiger af te gaan. We wensen hem een goede dag en vragen of hij bezwaar heeft als hij in de nabije toekomst ons nog een keer eraf moet sturen ? – de man is de vriendelijkheid zelve wanneer hij zegt dat wanneer hij ons een weekend later zou zien, hij ons op de zelfde wijze zou vragen de steiger te verlaten – tot volgend weekend dus mijnheer !
.
Reprise & plankenkoorts
In de week erna blijven de dikke metersnoeken in ons hoofd spoken. Twee weekenden erna gaan we het nog eens proberen, zelfde plek, zelfde aanpak, zelfde verloop van de eerste anderhalf uur. Wanneer John opstaat om de eerste 4 bakken koffie weg te brengen, zie ik dat mijn rechter dobber onder een boot geschoven is. John – even wachten ! Ik draai de slack uit mijn lijn en sla met een ferme haal mijn hengel in tweeën op het logge gewicht aan de andere kant van de lijn. Met het onderstuk van mijn St.Croix hengel wordt een dikke “mamma” binnen 15 seconden onder de steiger gedrild. Met een gerichte actie ligt de snoek in het net, terwijl John ‘m optilt, hoor ik John zeggen – djeeeez dit is een gewicht. Gelukkig hebben we de unster nu wel bij ons – “big mamma” trekt 32 pond van de schaal en 123 cm op het meetlint – lekker !
.
Een vreemde bijkomstigheid van de lage temperatuur en het noodzakelijke korte afdrillen is dat de vissen nog veel energie hebben. De worsteling om deze vis in bedwang te houden komt me te staan op drie keer gehaakt vel van een grote snoek-tand – twee rechts 1 links. But “who cares” net als John twee weken eerder is dit 1 van mijn top-3 snoeken en waarschijnlijk de zwaarste van allemaal.
.
Voor een visser die tot vorig jaar zijn PR op 115 had staan, kan ik net als John alleen maar concluderen dat 2011 een hoop dikke vis gebracht heeft – 3 keer een 120+, 4 keer over mijn oude PR heen en de rekening: 3 hengels in 2-en geslagen en voor de tweede keer dit jaar mijn duimen best in de vernieling.
Gelukkig dient dat als tastbaar bewijs wanneer we aankomende week weer in onze warme kantoortjes zitten.
Gr Roel & John.
Hey Roel en John,
prachtige vissen mannen!
Gr Roy
Beste Jeroen,
Wij staan inmiddels op heel goede voet met de havenmeester !
Gr Roel
Roel,
Mooie vissen, van harte! 1 ding uit jouw verhaal snap ik niet helemaal. jullie worden weggestuurd uit de haven en van de steigers, in mijn ogen logisch! Waarom hebben jullie en dag van te voren niet even gebeld naar de havenmeester en om toestemming gevraagd? In 9 van de 10 gevallen zul je te horen krijgen dat je welkom bent…
Gr. Jeroen