Noorwegen, slot, aanpak en evaluatie

Ruime en snelle Kverno boten

Wij hebben onze ervaringen met de aanpak en vistechnieken in dit artikel opgeschreven voor die mensen die voor het eerst naar Noorwegen willen en om onze ervaringen en leerpunten te delen.

.
Voorbereiding en de reis. 
Wij hadden in 2009 al eens eerder in Lyngseidet gevist, een afspraak was met een telefoongesprek met Stein-Erik Eliasson en een bevestigingsmail snel geregeld. De keuze voor de reis is of met de auto; voordeel: je kunt veel meenemen, nadeel het is een autoreis van 3100 km en een uur of 35 sturen (enkele reis) . Wij hebben gevlogen met de SAS, voordeel : Amsterdam – Tromso is twee keer 2 uur vliegen met een overstap in Oslo, nadeel je kunt op een ticket 1 stuks baggage van max 23 kg inchecken. Je hengelkoker of een ander stuks baggage is 30€ / stuk enkele reis extra bijbetalen.  Een goede checklist en afspraken “wie neemt wat mee” en maximaal handbagage mogelijkheden benutten zijn noodzakelijk om binnen de 23 kg te blijven. Mocht de nood aan de man komen, dan is er in Lyngseidet een afdeling met visspullen in de plaatselijke sportwinkel en supermarkt.

.
De boot. 
Camp Lyngen / Sorheim Brygge heeft  vijf Kverno 19voets boten van 4mm gelast aluminium met een 50pk Yamaha buitenboord motor en GPS/dieptemeter. Bij gladde zee lopen deze boten ongeveer 45 km/h. Dat geeft een radius van ongeveer 20-30 km van Lyngseidet, als je maximaal een half uur tot 45 minuten wilt varen naar de visplek.

Ruime en snelle Kverno boten

.
Voor de zeegang in het fjord zijn deze boten prima geschikt tot een windkracht 4 tot 5. Het aller belangrijkste aan het vissen is het controleren van de drift, waarbij een driftsnelheid van ongeveer 1 tot 2 km/h ideaal is. Bij een langzamere snelheid wordt erg weinig bodem of water afgevist.  Bij een hogere driftsnelheid ga je onnauwkeurig vissen, is het moeilijker de bodem te houden,  gaat je lijn meer diagonaal staan en kom je vast te zitten in vislijnen van de anderen. Dit is te compenseren door zwaardere pilkers, lood of loodkoppen te nemen, maar dat gaat ten koste van nauwkeurigheid en uiteindelijk van vis.  Bij windkracht 1,2 kun je de boot laten driften. Bij windkracht 2,3 is een driftzak een absolute must om de drift te vertragen.  Bij een grotere windkracht is door combinatie van driftzak en backtrollen een zeer stabiele boot en gecontroleerde driftsnelheid te bereiken.

.
Hoe Noren vissen. 
Noren zie je traditioneel op twee manieren vissen. Als eerste met de handlijn:  een grote haspel met 2 mm dik nylon, een 300 gram gewicht of pilker aan het einde, met daarboven 6 tot 12 gummimaks, veertjes of blinkertjes. De Noren varen langzaam door het fjord met een meter of 40 handlijn achter de boot dat al of niet met de hand naar voren/naar achter gevierd wordt.  Soms wordt de handlijn recht de diepte ingestuurd en van de bodem weer opgehaald. Effectief ?  Toen ik een lijn door een grote school makreel haalde tijdens mijn eerste Noorwegen vakantie en er 12 makrelen aanhad, schoot dat lekker op, maar was het onthaken tricky. Waneer Noren met de hengel vissen is dit vaak een korte (6 voet) 20 ponds hengel  met een pilker  met daarboven 2 tot 4 gummi’s of iets  dat blinkt. In 9 van de 10 gevallen wordt boven de bodem gejigd/gepilkerd op 30 tot 90 meter water. Werkt dat ? Er is best een visje te vangen, wij vingen duidelijk kleinere vis bij de bodem dan in hogere water lagen, iets dat de eerste DA groep op Soroya ook had meegemaakt.

.

Hengels, molens, reels & lijnen. 
Wij hebben voor 90% van onze tijd gevist met een 7 of 8 voets hengel in de 10-20 lbs klasse (cwt 50-120 gr), een 20 lbs gevlochten lijn, een 6000 series molen of een reel (type Penn 310 GT).

De hengels

.

Kun je op grote gul lichter vissen ? Vast wel, je hebt lange drills, de kans is groter dat vis uitgeput is en niet meer terug wil/kan  wanneer je catch & release wilt vissen. Een medium spinhengel is reuze geschikt om met bijvoorbeeld een asp spinner kleine (aas) vis te vangen.  Ik zou niet onder 15lbs gevlochten  lijn gaan, niet onder een 4000 series molen en een ABU record 61 reel had in 2009 een volledig kromgetrokken binnenwerk na een week vissen. Een lichte karperhengel of een zware feeder is dikke pret vanaf de kant op platvis of kleinere gul. Moet je zwaarder vissen ?  Voor gul niet.  De drill van een dikke 116 gul die we vingen toen we trolden op heilbot met een 30 lbs hengels, 30 lbs gevlochten lijn en een 321GT Penn reel was in 3 minuten gepiept  en de vis had weinig in te brengen.  Voor heilbot tussen 90 en 150 cm is zo’n uitrusting echter op zijn plaats. Vissen met nylon lijn? Ik raad het af.Teveel rek voor de dieptes waarop je vist, je voelt aanbeten niet/minder etc.  De kleur van de lijn? Mossgreen is slecht te zien tegen de achtergrond van het water, flamegreen of rood al veel beter. Ook visten we met tracerbraid van Berkley  dat om de 75 cm verandert de kleur van Flamegreen in Mossgreen, wat het tellen/mikken op een waterdiepte vergemakkelijkt. Is de kleur van de lijn van invloed op de vangst? Niet dat wij hebben kunnen zien.  Wij hebben gevist met hengels met een duidelijke parabolische actie  en met vrij strakke hengels. Van langdurig jiggen met een parabolische actie ga je op een gegeven moment merken, omdat je elke keer weer de buiging in de top moet trekken, dit gaat beter met een strakke hengel. In een stevige dril, zeker met gevlochten lijn, dempt een zachte hengel veel meer dan een strakke hengel die behoorlijk staat te stuiteren in een dril. Uiteindelijk blijft de hengelkeuze een kwestie van voorkeur.

.
Onderlijnen en wartels.
De meeste problemen tijdens onze vistrip hebben we gehad met de onderlijnen, met name de wartels.  Aan de hoofdlijn knoopten we een tonwartel, van een 100-150 lbs klasse (lekker stevig) met daaronder een dikke meter 65 lbs fluorocarbon (gecrimpt met een zgn double-sleeve).  Ondanks dat gullen geen grote tanden hebben, zit er genoeg raspende werking in de bek om de hoofdlijn te beschadigen.  Gullen hebben ook de neiging te draaien in het oppervlak, waardoor zware quicksnaps maar ook zware (150-200 lbs) cross-lock wartels openbogen, aangezien ze niet gemaakt zijn om bestand te zijn tegen grotere horizontale belasting, in ons geval veroorzaakt door draaiende gullen.Wij hebben op deze wijze een aantal vissen en shad verloren. . In Soroya werden shads en pilkers direkt op de fluorocarbon hoofdlijn geknoopt (mogelijkheid 1),  de laatste dagen hielden zware splitringen het ook goed uit (mogelijkheid 2).

.

Shads, stingers, pilkers, gummimaks
Deze vistrip hebben we het meeste gevangen op grote shads van een centimeter of 15 -20 met een uitbundige staart-actie. De zwart-witte  Fox-pro shad van 20 centimeter was de absolute kampioen. Zwart-wit en in mindere mate blauw-wit waren de duidelijke favouriete kleuren. Wij denken dat dit kwam omdat de gul op kleine koolvis, die tijdens ons verblijf in grote getale aanwezig waren in de fjord, aasde. De shads lijmden we op een torpedo vormige loodkop van 180 gram.

Het shad “menu” van deze trip

.
Onder de 125 gram vindt ik echt te licht, moeilijk bodem te houden, lijnen die onder de boot door gaan lopen etc. Ronde loodkoppen zijn geen optie omdat deze niet gestroomlijnd genoeg zijn. Door deze extra weerstand zal je aas nog steeds langzaam zakken, en blijft het een hele klus om de bodem te houden. Voor loodkoppen  geldt: goedkoop = duurkoop. Veel te veel loodkoppen hebben waardeloze (zachte) haken in gegoten. Zoek liever wat verder (bijvoorbeeld hengelsport Volendam) die zelf loodkoppen gieten met Gamakatsu haken. Op de shads hebben wij altijd met een stinger gevist. Twee van de drie vissen vingen we op de stinger.  We gebruiken een 1/0 gamakastsu dreg gecrimpt met een 40 lbs 7-stand  aan de loodkop. De 40 lbs 7-stand bleek aan de lichte kant, brak 2 maal en is gevoelig voor kinken. 30 lbs Rozemijer carbon-wire onderlijn voldeed prima.
Bram heeft een aantal dagen met een pilker gevist. Noren hebben een grote voorkeur voor “Solvkroken” pilkers, ze zijn in Lyngseidet zelfs bij de supermarkt te krijgen.  Voordeel is dat ze relatief makkelijk bij de bodem te vissen zijn. In 2009 visten we twee dagen ermee toen er harde wind/ruige zee was. Ook gingen de kunstaas “must-haves” van Visma 2011 mee naar Noorwegen. De eerste DA groep had op Soroya heel goed gevangen met saltwater sandeels.  Roel heeft met de 150 grams versie gevist en er de nodige zeewolven op 30 meter diepte meegevangen, maar ook een paar grote gullen in de hogere waterlagen. Voor het vissen dieper dan 50 meter is het mij wat te licht. De tweede must-have was de cut-bait herring van Savage gear. We hadden de 270 grams en de 460 grams versie bij ons.  De 460 grams versie is voor de bodybuilders onder ons (scheelt een maandje sportschool), alhoewel we een paar aardige gullen vingen toen we trolden met cutbaits.

Trollend gevangen aan een cutbait!

.
De 270 grams versie is goed te vissen. Met de “puffin” kleur werden een paar leuke gullen gevangen.  Het is wat zwaarder vissen, maar het vangt wel en is ook erg geschikt voor het vissen in wat heftiger  weer.

.
Minder gebruikelijke vistechnieken. 
Halverwege de vakantie werden we gebeld door John die wist te vertellen dat er op Soroya getrold werd met Cutbait herring shad en aardig heilbot mee gevangen werd.  Wij hebben een uurtje of 4 getrold over zandplaten van een meter of 30 diep, met een heilbotje , 4 aardige gullen en 1 grote kabeljauw  als resultaat.  Toen wij op de laatste dag gul vingen in de buurt van een grote school kleine koolvis, was het eerste experiment met levend aas binnen 20 seconden raak, toen een 80 cm gul een klein koolvisje te grazen nam. De overbeet-aanbeet van Bram en Roel doen vermoeden dat er prima met aasvis gevist kan worden.  Beide technieken smaken naar meer.

.

There ain’t  good fishing where the fish ain’t.
Dit was een gevleugelde uitspraak van Rex Hunt.  Net als in 2009 vingen we zeewolf op een diepte van 30-35 meter.

Goed begrip en gebruik van je dieptemeter levert (veel) meer vis op!

.
Deze vakantie leerden we dat zeewolf ook aanwezig is op zandplaten op deze diepte.  Praat met mensen over hun viservaringen in het fjord van de laatste weken.  Stein-Erik doet zijn best goed te volgen wat werkt en wat niet. Wij hadden het geluk dat wij op de plek die Stein-Erik suggereerde, Svarthaug, snel begrepen wat er aan de hand was: grote scholen jonge haring en koolvis in de bovenste 20 meter water met daaronder kabeljauw en een paar koolvissen aan het jagen. In de eerste dagen hadden we gezelschap van een groepje bruinvissen die het ook op de scholen kleinere vis voorzien had. Wij hebben het meest gevist door shads af te laten zakken naar een meter of 30-40. De shads werden soms  al in het afdalen gegrepen. Vanaf 40 meter diepte draaiden we de shads met een rustig tempo naar boven, waar ze soms tot vlak onder de boot gegrepen werden.

.
Slotopmerking. 
We hopen dat bovenstaande samenvatting bijdraagt aan een geslaagde vistrip in Noorwegen, we hopen dat jullie net zoveel plezier beleven als wij hebben gedaan.

.

Groeten Bram, Max, Ben en Roel.

Gerelateerde artikelen:

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *