Onderwaterdobbers, de voor- en nadelen op een rijtje
Over onderwaterdobbers voor het gericht vissen op meerval is het nodige gezegd en geschreven. Omdat de lente er weer aankomt en velen nu na zullen denken hoe ze (ook in Nederland straks) meerval gaan belagen, leek het ons goed dit artikel van Eelco Hensen nog eens onder de aandacht te brengen. Het geeft een goed overzicht van de plussen en minnen van het vissen met deze techniek.
———————————————————————
Tijdens de MSG sessie aan de Waal in 2006 leer ik Arno van Til kennen. Arno bevist al enkele jaren de meervallen in Frankrijk door middel van onderwaterdobbers. Naar eigen zeggen een uiterst effectieve manier van vissen. Het klikt wel tussen ons en we besluiten in het voorjaar van 2007 samen een trip te maken naar Frankrijk.
Ikzelf vis het liefst actief (kwakhout) of boeien op meerval terwijl de voorkeur van Arno juist uitgaat naar een passieve manier en wel met onderwaterdobbers. Voor mij een onbekende manier van vissen maar ik raak snel enthousiast door Arno zijn verhalen. Meervallen jagen namelijk zoals vaak wordt gedacht lang niet altijd in het oppervlaktewater. Vis je dan met boeien dan is dat haast een zinloze bezigheid. Arno’s theorie is simpel: “Meervallen hebben niet voor niets baarddraden, daarmee speuren ze op de bodem naar voedsel. Ze jagen dus vaak in de buurt van de bodem”. Door middel van een onderwaterdobber (pop-up) kan je zo je aasvis, wormen, octopus ed. ongeveer een metertje boven de bodem aanbieden.
In 2007 en 2008 maak ik met verschillende vismaten meerdere trips naar de Doubs, Saône, Seille en Po. Tijdens al deze trips wordt er volop geëxperimenteerd met onderwaterdobbers. Dat experimenteren blijkt nodig want naast voordelen kleven er nogal wat nadelen aan deze manier van vissen.
Spectaculaire manier van vissen
Het vissen met onderwaterdobbers is vrij simpel. Je vist met de molen op “vrijloop” en je biedt je aasvis dmv. lood aan een zeeboom op de bodem aan. De crux zit ‘m in de onderlijn en rig. Daarover straks meer. Het vissen met onderwaterdobbers heeft talloze voordelen. De aanbeten zijn vaak spectaculair; de lijn wordt in een razend tempo van je molenspoel gesleurd. Aanbeten die niet te vergelijken zijn met bijvoorbeeld karpervissen of met doodaas op snoek. Het uitleggen of verleggen van je lijnen, ook bij harde stroming, vormt nauwelijks een probleem. Ook als je alleen bent is het nog goed te doen. Je creeërt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het boeivissen, geen obstakels in de vorm van een boeilijn of iets dergelijks. Ook het vissen op grote afstand is heel goed mogelijk. Ikzelf vis regelmatig op afstanden van zeker 150 meter. Je kunt dus een gigantisch groot gedeelte van het water afvissen. En, ook niet geheel onbelangrijk, je belemmert de eventuele scheepvaart niet en je kan 24 uur per dag effectief vissen.
Materiaal
Om te beginnen vis je met zwaar lood op soms grote afstand. De kans dat je vast komt te zitten in een obstakel zoals een verzonken boom is een stuk groter dan bij andere manieren van meervalvissen. Een dikke en schuurbestendige lijn is dus noodzakelijk. De dikte van de lijn gaat boven trekkracht. Kies bij voorkeur een lijn van rond 50/00.
Op de Saône en Po, die beiden hard kunnen stromen heb ik al eens met 700 gram lood + 150 gram toplood moeten vissen. Maar meestal heb je aan 400 gram bodemlood wel voldoende. Maar in die extreme omstandigheden is een bijzonder stevige molen noodzakelijk. De door mij altijd gekoesterde Tica Dolphin molen is niet bestand tegen dit geweld. De shimano 6500B’s wel, maar er zullen ongetwijfeld meer goede molens zijn. De goedkopere Tica GG100 Cybernetic is bijvoorbeeld ook een goede molen voor dit werk net als de grote Penn Slammer en Daiwa 90BG. Arno vist met antieke Shakespeare Sigma 80 molens. Ook die molens zijn zeker de moeite waard, check marktplaats eens. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een baitrunner, zodat ik de gevechtsstip niet na de aanslag meer hoef in te stellen. Ook de hengels moeten dus stevig zijn en werpvermogen van 300 gram is eigenlijk minimaal. De lengte van de hengel is afhankelijk waar je vist, maar ga uit van ongeveer 3 meter. Vis je onder laag overhangende bomen, dan liever iets korter. Vis je bij waterplanten, riet of als er veel takken langs de oever liggen dan bij voorkeur wat langer dan 3 meter. Omdat er bij het binnendraaien flinke kracht op de molens wordt gezet, is de reelhouder een zwakke schakel. Door het wrikken en pompen heb ik al eens een kunststof reelhouder de vernieling in geholpen. Reelhouders vervaardigd uit bijvoorkeur aluminium of rvs zijn dus geen overbodige luxe. Saënger, Zebco, Mosella en nog enkele andere fabrikanten leveren dit soort meervalhengels. Ook de rodpod (of banksticks) moet stevig zijn en let vooral op dat de beetmelders waterdicht zijn. Een flinke plensbui kan je sessie direct verpesten. Goede waterdichte beetmelders, zoals de Fox Warrior zijn al verkrijgbaar vanaf zo’n 25 euro. Nog beter is het om over een sounderbox te beschikken.
Nadelen
Helaas kleven er ook wel wat nadelen aan deze techniek. Vis je in de stroming, dan zal een onderwaterdobber van doorgaans 30 gram drijfvermogen voldoen voor een paling. Vis je buiten de stroming, gebruik dan beduidend grotere onderwaterdobbers. 50-80 gram is voor een palinkje niet overdreven want juist buiten de stroming zwemmen ze de onderlijn in een mum van tijd in de war. Onderwaterdobbers, zeker die van polystyreen, gaan doorgaans niet erg lang mee. Om er toch zo lang mogelijk plezier van te hebben, kan je ze het beste opbergen in een zgn. jerkbait-organiser of walletrig. De Predastore heeft onlangs walletrigs in het assortiment opgenomen. Let er wel even op dat de natte onderlijnen goed kunnen drogen. Het is niet overbodig gaatjes te prikken in de plastig hoesjes. Wat trouwens ook prima werkt zijn de polystyreen balletjes (piepschuim) in 3 en 5cm doorsnede die verkrijgbaar zijn bij iedere hobbyzaak voor ca. 30 cent per stuk. Nadeel van deze balletjes is dat ze vrijwel na iedere gevangen vis aan vervanging toe zijn. Je moet dus altijd meerdere onderlijnen paraat hebben. De ouderwetse steekdobbers die voor het snoek worden gebruikt kan je ook gebruiken als onderwaterdobber. De enige echt goede onderwaterdobbers zijn die van Savage Gear. Helaas zijn ze er tot 25 gram drijfvermogen, wat in sommige gevallen te weinig is. Maar je kan er natuurlijk 2 tegelijk monteren.
Experimenteren
Het grootste nadeel echter is het veelvuldig slikken van de haak. Vrijwel alle grotere meervallen uit de Saone en Doubs die we vingen moesten we reanimeren. Eén kleinere vis overleefde het avontuur niet. Genoeg stof tot nadenken dus. De daarop volgende sessies naar de Saône, Doubs en Po ben ik samen met oa. vismaat Gert van Coevorden gaan experimenteren om het vissen met onderwaterdobbers voor de meerval een stuk veiliger te maken. Zo zweren we bij deze manier van vissen voor het gebruik van één enkele haak en absoluut geen dreggen. Een enkele haak brengt, logisch, veel minder schade toe aan de meerval. Als enkele haak gebruikten we een cirkelhook. Van dit type haken is bekend dat ze in de mondhoek (het scharnier van de bek) haken. Onze eerste experimenten leverden niet het gewenste resultaat: Veel missers en de aasvis, meestal een paling, draaide de onderlijn soms toch nog in de knoop, de paling verwondde zichzelf of wist zelfs te ontsnappen. Later beseften we dat de paling op de cirkelhook het indraaien belemmerde en we besloten te gaan testen met een aasvis op een hair.
Succes
De eerste run die we op de “hair-paling” kregen werd direct verzilverd. De meerval nam enkele meters lijn, ik liet de lijn straklopen (sla in geen geval aan!) waardoor de vis zichzelf haakt. Bij de landing bleek dat de cirkelhook keurig in de mondhoek zat. Na onthaakt te zijn zwom de vis zonder moeite weer weg. Gaandeweg kregen we toch nog wat missers te verwerken. Het viel op dat we alleen missers kregen op dikdradige cirkelhooks (Grauvell en VMC) waarvan de haakpunt erg ver naar binnen stond. De dundradige cirkelhooks van Owner, met de haakpunt een klein beetje naar binnen, deden wel goed hun werk. Ander bijkomend voordeel is dat de aasvis op de hair veel langer in leven blijft en de onderlijn niet meer in de knoop zwemt. Er zal nog best eens een meerval gereanimeerd moeten worden, maar onze ervaring is dat dat echt uitzonderingsgevallen zijn.
De rig
Het materiaal dat ik gebruik voor de hair is een stuk kevlar onderlijn van PB (Spro) met een trekkracht van 30lb. Als stoppertje dient een simpel hard plastic kraaltje van 3mm doorsnede. De hair fleur je dmv. een rvs fleurnaald of aasnaald. Het is weliswaar even wat meer werk om je aasvis op de rig te bevestigen dan aan een gangbare haak, maar dat weegt mijns inziens niet op tegen de voordelen van de rig. Om je aasvis (paling) te bevestigen is een palingtang geen overbodige luxe. Sinds enkele jaren gebuik ik een rvs wasmachinetrommel om de palingen mee te nemen naar het buitenland. Deze trommel past precies in een plastic speciekuip. Die kuip blijkt een heel handing hulpmiddel te zijn om daarin je palingen te fleuren. Maar ook andere soorten aasvissen zijn goed te fleuren, mits ze niet snel uitscheuren. Voorbeelden hiervan zijn baars, dwergmeerval (indien toegestaan), een zeeltje of kleine brasem.
De hair komt in een kleine goed ronddraaiende wartel met speld te hangen. Bij voorkeur een crosslock, zodat de kans dat een meerval de aasvis van de rig trekt minimaal is. De haak die ik gebruik is de reeds eerder genoemde Owner cirkelhook type SSW in 5/0 grootte. Superscherp, niet belachelijk groot en oersterk. Belangrijk is dat je de haak op de steel vastgeknoopt en aan de voorkant uit het oog laat komen. Bevestig de haak dus in geen geval aan het oog, de haak kan dan niet goed “indraaien” en zal in dat geval vooral tot missers leiden. Trek, bij wijze van proef, de lijn maar eens tussen je duim en wijsvinger omhoog. Bij een goed bevestigde cirkelhook zal die in alle gevallen in je hand vast draaien.
Eelco Hensen
Met toeval kwam ik dit artikel tegen Eelco. Ondanks ik nog maar heel enkel een keer vis blijft de meerval mij boeien. Leuk dat je onderwaterdobber-systeem verder hebt ontwikkeld. De reden dat je in het begin met de circle-hooks missers kreeg heeft te maken dat de punt van de staart van de paling voor de punt van de haak ging zitten. Dat was voor mij de reden om niet verder te gaan met deze haken. Nog een voordeel van het vissen met onderwaterdobbers is dat ik zelfs tijdens overstromingen nog kon blijven vissen in de stroming. Ik bevestigde toen gewoon een grote zwerfkei aan de wartel d.m.v. een breeklijntje.
Foto’s zijn geplaatst
HJ
Ik zou ook graag de foto’s willen bekijken. Indien mogelijk kunt U ze mij via mail sturen. Alvast bedankt.
hoi spijtig dat de fotos het niet doen op deze pagina , zou u me misschien de fotos kunnen doorsturen van de montage mogelijkheden ?
alvast hartelijk bedankt groetjes
Blijft een leuk artikel Eelco.
Succes zaterdag in Duitsland.