Maiden voyage Aje-To! Vijf metersnoeken!
In de winter zoeken de witvissers de havens op, om daar op de overwinterende voorn en brasem te vissen. Pas in de laatste jaren realiseren de roofvissers zich ten volle dat de snoek de prooi volgt en dezelfde overwinteringsstek heeft. Alhoewel het niet de mooiste omgeving is, kunnen de vangsten prachtig zijn.
.
De havens zijn een oerwoud van regeltjes en verboden die het vaak niet mogelijk maken er makkelijk of legaal te vissen. Wij zaten hier een tijdje terug over te filosoferen en kwamen tot de beslissing om er een kleine Jon-Boat te kopen, een aluminium platbodem, die op de dak drager van de auto past en overal in het water te tillen is, waardoor de havens en een hoop kleine watertjes in ons bereik zouden komen – Goed idee Buurman – net wat je zegt Buur – Aje-To !
.
John vond de Aje-To! via marktplaats in Den Haag, waar hij half vol water lag te niksen in een grachtje. De rit naar huis met de nieuwe aanwinst voor de Dutchanglers- vloot op het dak verliep soepeltjes. We hebben er een bootje bij dat in een mum van tijd op de auto en in vrijwel elk gewenst viswater geplonsd kan worden
.
In een volgend weekend besluiten we in twee havens in de buurt te gaan vissen. Wij vinden op zaterdag een witvisser bereid om de inhoud van zijn leefnet te ruilen tegen een vers geurende zak lokvoer, waardoor wij beiden de aasvisbak weer ruim gevuld hebben. Om zeven uur staan we bij een dijkje bij een haventje dat we al lang op ons vizier hebben – verboden op de steigers te vissen, verboden van de oever te vissen, maar het stinkt er naar vis ! Een kwartiertje later zitten we op het water en zoemt het elektromotortje ons zacht naar de plek van bestemming. We hebben de dobbers vrij zwaar afgelood zodat de snoek weinig weerstand voelt wanneer de aasvis gegrepen wordt. Nog voor dat het eerste bakkie ingeschonken kan worden glijdt één van de dobbers van Roel schuin onder water. Snel wordt de lijn strak gedraaid en aangeslagen – hangen ! Met de hand op de spoel wordt er op de vierkante meter afgedrild. De eerste vis is geen monster maar een stevig knokkende tachtiger die als eerste vis in de Aje-To verwelkomd wordt.
.
We zijn van de nul af en monteren een nieuwe aasvis. In tussen is de zon aan het opkomen en wordt het eerste bakkie warme thee ingeschonken. Tijdens het inschenken speert dezelfde dobber er weer vandoor. Aanslaan – hangen – blokken – wow dit is een beste vis. Een dikke metervis komt met opengesperde bek richting de boot – daar past een kleine voetbal in. Terwijl ik sta te kijken schiet John’s dobber ook weg. De kromming van z’n hengel doet een beste vis vermoeden. Het blijkt voor ons beiden de eerste keer te zijn dat er sprake is van een double-hook-up metersnoek. Halverwege zijn dril schreeuwt John me toe “he zou je niet eens het net onder die snoek schuiven?” Nadat de vis van Roel in het grote net naast de boot ligt, ontfermen we ons eerst over de meter van John. De haak wordt uit het scharnier getikt en na twee fotootjes schiet ze de diepte weet in.
.
Dan wordt het net de boot in gehesen – een prachtige, hoog gebouwde snoek ligt op de onthaakmat. Het meetlint geeft 114 cm aan, de grootste voor Roel, in wat tot nu toe een ontzettend matig snoekseizoen geweest is. Na een paar fotografische plichtplegingen mag deze dame ook weer het nat in. Nadeel van al dit tumult is wel dat de thermos met heet water is leeg gelopen.
.
We kijken elkaar eens aan – dit is geen slechte start voor het nieuwe bootje – Aje-To ! John besluit zijn linker hengel een wat verder naar links te gooien. De dobber heeft geen tijd om recht op te gaan staan en zakt resoluut onder water. Er is kennelijk een snoek vrijwel recht boven op z’n kop gegooid. De kromming in de hengels doet de derde meter binnen een uur vermoeden, het blijkt een hard knokkende tachtiger te zijn.
.
In een stevig tempo vist John er nog vier vissen bij. Allemaal geen monsters, maar allemaal harde knokkers die continue actie geven. De snelheid waarmee dit gaat doet ons in de aas emmer kijken – als dit zo door gaat moeten we vanmiddag eerst weer langs huis, voordat we de tweede haven onveilig kunnen gaan maken. De teller staan inmiddels op acht vissen na een uurtje of twee. Een nieuwe positie voor de rechter hengel van Roel levert na twee minuten weer vis op, vrijwel direct gevolgd door John die een vis landt die precies de meter aantikt – dat is nummer drie al vandaag.
.
Hierna valt het een beetje stil. We besluiten naar een ander stuk van de haven te gaan en zien daar een aak en een tjalk naast elkaar liggen – daar ligt er op z’n minst één onder zeggen we tegen elkaar. We kiezen positie recht tegenover de twee boten en werpen de dobbers op een metertje voor de schepen. Lang hoeven de niet te wachten, als John’s dobber weg schiet – een negentiger, waarna Roel’s dobber wegschiet en de vierde meter van de dag de hengel hoepeltje rond trekt.
.
Wanneer de vierde meter van de dag wordt teruggezet schift de andere dobber van Roel duidelijk naar links, niet onder, maar over duidelijk dat de aasvis interesse gewekt heeft. Na het strak draaien en aanslaan meldt vis nummer 11 zich van vandaag. Voor ons beide is dit al weer ruime tijd geleden dat we zoveel activiteit hadden in zo’n korte tijd. In de volgende drie kwartier landen we nog vier vissen, staat de teller op 15, zijn onze aasvissen op en is het pas één uur. We besluiten te verkassen naar de tweede haven, wat nieuwe aasvissen op te halen en een warme bak koffie te gaan drinken.
.
Bij de tweede haven aangekomen begint het te water laten van de Aje-To al te wennen. Een klein gaatje in het riet is voldoende om de boot te lanceren. In de tweede haven is het tempo duidelijk langzamer. Na een half uurtje gaat een dobber van John er van door. Nadat er een gat in de lucht geslagen is, zien we aan de afdrukken op de aasvis dat de kop voorzichtig gepakt is en de dreg in de rug van de aasvis vermeden is. We vissen stug verder met onze dobbers aan beide zijden van de boot. Wanneer we beide naar de dobber aan bakboord kijken horen ( !!) we achter ons een dobber met een luide PLOP onder water getrokken worden, de eerste keer dat we zo duidelijk een snoek aanbeet hoorden. Een stevige snoek maakt wilde uitvluchten naar links, recht en onder de boot voordat we haar kunnen landen – er ligt een dikke 110 snoek op de onthaakmat –metersnoek nummer vijf van vandaag !!!
.
Het schemer is inmiddels ingevallen wanneer we de boot op een andere plek positioneren. Ditmaal gaat er een dobber van John vandoor – onze gedachten aan snoek nummer 18 wordt onderbroken door een stekelige rugvin die door het oppervlak scheert – Huh? Na een bonkende dril scheppen we een beste snoekbaars, die 88 cm blijkt te zijn.
.
We hebben nog niet eerder gehoord dat er snoekbaars gevangen werd tijdens het “haven snoeken”maar nog geen tien minuten later gaat er een dobber van Roel vandoor en meldt als 19de vis van vandaag snoekbaars nummer twee van 71 cm
.
We besluiten te stoppen nadat de schemer over gegaan is in duisternis. Wat een maiden voyage voor de Aye-To! Twee havens, 19 vissen, vijf meters en twee dikke snoekbaarzen. Dit was een heerlijke dag vissen!
.
Groeten, Roel en John