Kustvissen in Noord-West Florida
Net als Michel, ben ik voor mijn werk regelmatig in Amerika. Het gebeurt vaak dat je langs plaatsen komt waar je graag zou willen vissen, maar dat er geen tijd voor is. In Februari heb ik met een even vis-gekke collega Ian afgesproken dat we een weekend gaan vissen in Noord-West Florida, in de omgeving van Apalachicola. We hebben twee tips gekregen van Charlie, een goede vriend van Ian, die in deze omgeving woont en verwoed sportvisser is, hij gaat morgen met ons mee.
De omgeving en sfeer in NW Florida is heel anders dan in het zuiden van Florida, Miami en de Florida Keys. In Zuid Florida zijn er zand stranden, is elk stukje kuststrook “ontwikkeld” = huizen en hotels, met grote Marina’s en dito boten. In NW Florida ben je echt in het diepe zuiden van Amerika, de Bayou, zoutwater moerassen, kreken die uitmonden in de Golf van Mexico. Het leven gaat in het zuiden 20% langzamer dan in het midden-westen. Ontegenzeggelijk is het zuiden, een stuk armer dan de rest van Amerika.
De kuststroken zijn voor het grootste gedeelte beschermde natuurgebieden en overweldigend mooi. Het lijkt hier op de kust van Louisiana, die we helaas dagelijks in het nieuws zien vanwege de olie ramp. De olieramp is meer dan 500 kilometer verwijderd (mei 2010), maar de gevolgen laten zich in NW Florida al goed zien door het lagere aantal boekingen en de afzeggingen.
De eerste dag hebben we geboekt bij Bay City Lodge (www.baycitylodge.com) The Bay City Lodge vinden we aan een weggetje in de bayou, aan beide kanten van de weg staan huisjes (lodges) aan het eind van de weg een klein haventje met 20 boten, een restaurantje, kleine tackle-shop, en een serie schuurtjes, waar vis schoongemaakt kan worden, een vries-schuurtje, een schuurtje met bait. Het gaat er hier allemaal reuze gemoedelijk aan toe. Op een kladblok houden ze bij hoeveel nachten je hier slaapt, hoeveel dagen je vist en welke spullen je verbruikt, aan het einde van je verblijf reken je af.
“You have got to fish with Allen” was het advies dat we van Charlie kregen. We vinden Allen om 6.15 in het restaurant aan het ontbijt. “Wij vertrekken om 7 uur, zorg dat je ontbijt en laat je een paar sandwiches klaar maken voor de lunch” is de begroeting van Allen. Allen vist met een 22ft open console boot, met een 150 pk Evinrude E-tec, zodat er vlot verplaatst kan worden op zoek naar vis.
Om 7 uur varen de visgidsen uit. We gaan eerst naar een plek waar met een werpnet de bait container gevuld wordt met “green backs” een zilver-achtig visje van 5 tot 10 centimeter met een groene rug, “er is geen vis hier, die geen green-backs eet” is het commentaar van Allen – een waarheid die uit zou komen. Verder zit er een kilo levende garnalen in de bait container van een 5 centimeter grootte. De manier van vissen is vrij straight-forward, een medium action 6ft hengel, een 2500 molen, opgespoeld met 15 lbs mono. De eind montage bestaat uit een 20 grams schuifloodje, wartel, fluorocarbon onderlijn en een 1/0 haak, een snoekbaars-sleepje dus.
Bij de kust is het water niet diep, tussen 1 en 5 meter, de bodem is vaak zacht met verspreide oesterbedden, daar zit de vis ! Het eerste oesterbed vinden we bij een brug waar we ankeren. Met een rustig worpje gaat de green-back richting de brug. Je moet de montage op de plek laten liggen, want je kunt niet slepen over het oesterbed, de aasvis moet het werk doen, “kom kleine jongen ga eens iets groots met tanden zoeken” De eerste aasvis neemt zijn taak serieus: tap-tap-bang en er gaat iets door de slip heen – op zee zijn de vissen pond-voor-pond veel sterker dan op zoetwater. Na 5 minuten ligt de eerste maatse speckled seatrout in het schepnet. Ik blij: een nieuwe vissoort, Ian is blij, dit is een lekkere vis, waar geen bag-limit voor geldt. Net als de meeste Amerikanen vist Ian niet voor “Catch and Release” maar voor “Catch and Fillet”. De speckled seatrout heeft een respectabel gebit, scherpe kieuwdeksels en nogal wat stekels. De eerste gaat daarom nogal onhandig op de foto.
Binnen een kwartier hebben we 6 seatrout in de boot, nou als dat zo door gaat ! Helaas vallen de aanbeten helemaal stil, verkassen dus. We gaan naar een nauwe doorgang tussen twee eilanden die hier voor de kust liggen, er staat een behoorlijke stroom. Al bij de eerste drift blijkt dat hier volop gejaagd wordt. Ian krijgt een snoeiharde aanbeet, gevolgd door een grote salto van een ladyfish. Ondanks dat dit een reuze leuke vis is om op te vissen, zijn de Amerikanen vastberaden – wegwezen, ladyfish is oneetbaar, als er 1 zit zitten er meer en waarschijnlijk geen trout of red-drum.
De derde stek van vandaag is een 3 kilometer lange, sikkelvormige oesterbank. De top van de oesterbank ligt maar 20 centimeter onder het oppervlak. Wij ankeren aan de lei-zijde. Er wordt ingeworpen richting de oesterbank, die aan onze kant een steile drop-off heeft. Na een minuut of 10 wordt het duidelijk – er zit red-drum vlak tegen de oesterbank aan en ze azen op garnalen ! Dit wordt het begin van een gekken uurtje – elke inworp is raak, vaak binnen 10 seconden hebben de red drum het aas gevonden en knallen erop. Na het aanslaan nemen ze een spurt van jewelste en geven prachtige sport op het materiaal waarmee we vissen.
Ik had al veel artikelen gelezen in Amerikaanse tijdschriften over drum, ik vind het een prachtige vis qua kleur en bouw. Na de afschaffing van de commerciële visserij op drum gaat het weer een stuk beter met de vis. Er geldt een bag limit van 1 vis per persoon per dag en er is zowel een minimum maat als een boven maat – de grote mamma’s moeten terug gezet worden. De zeer zware straffen (in beslagname boot, intrekken van vergunningen etc.) maakt dat men zich strikt aan de regels houdt.
Terwijl Ian en ik ons uitleven en de ene na de andere drum vangen blijft de drukte niet onopgemerkt. We hadden aan de andere kant van de oesterbank al de rug- en staartvin van een 6 ft lange bull-shark gezien die daar in ondiep water aan het jagen was. Plots zwemt de bull-shark onze richting op, werpt zich over het ondiepste punt van de oesterbank heen, waarbij hij grotendeels uit het water komt – we kijken met open ogen. Nog geen minuut daarna is het menens voor de shark en wordt de dril van de zoveelste red drum woest beëindigd, na een grote kolk blijf ik beteuterd en met een kloppend hart en een slappe lijn staan.
Na ruim een uur, wanneer we beiden zeker 25 red drums gevangen hebben, is het uit met de pret – de aanbeten vallen weg. We verkassen naar een paar andere stekken, waar we nog een enkele seatrout, red drum, catfish en een grote stekelrog vangen. Om 3 uur gaan we terug naar de marina. Dit was een superdag vissen. Benieuwd naar morgen, wanneer we verder uit de kust gaan vissen.