Kerstmis(sie)
De donkere dagen rond kerst. Nederland is in de ban van het ijs en de sneeuw. Voor de sportvisser is het vaak sprokkelen, als hij al een visstekje kan vinden dat niet omgetoverd is tot een schaatsbaan. Zelf vind ik schaatsen ook best leuk. Een dagje rondjes rijden met die dikke vissen onder je. Waar zouden ze zich precies bevinden?Langer dan een dagje houd ik het meestal niet vol. Dan moet het water weer vloeibaar worden, zodat er weer te vissen valt! En zodat ik me weer kan richten op mijn missie in deze tijden!
De laatste jaren begint, telkens rond de kerstvakantie, een water hier in de beurt ontzettend aan mijn aandacht te trekken. Niet dat de snoekstand er zo bijzonder goed is, integendeel. Onderzoek door de visclub brengt zelfs de noodzaak tot uitzettingen naar voren. Het bestand is dus niet heel breed.
Aandachttrekker
Reden dat ik juist in de winterperiode aangetrokken wordt door het water is echter de attractiviteit van één bepaalde stek. Door de variatie in de bodem, en de grote diepte in vergelijking met de rest van de uitgestrekte kreek, maakt dit één van de interessantste plekken om te bevissen. Door de koude trekken er, volgens mijn beredenering althans, vele aasvissen en dus ook snoeken naartoe. Dat die beredenering gedeeltelijk klopt blijkt ook wel uit mijn eerdere ervaringen. Er is snoek te vangen, maar vaak lastig. Dit heeft een aantal oorzaken.
De grootste hindernis vind ik de obstakelrijke bodem. In elk hoekje en gaatje bestaat de mogelijkheid vast te lopen, aan wat dan ook. Wat er allemaal op de bodem ligt weet ik niet, dat er veel troep ligt staat echter vast. Deze belemmering zorgt ervoor dat ik er vrijwel uitsluitend sleep met de aasvissen, onder een dobber.
Dat brengt me dan direct weer op het volgende euvel. Door de diepteverschillen die per vierkante meter kunnen variëren is het zeer lastig de aasvissen constant in de nabijheid van de bodem te presenteren. De visserij bestaat dan ook voornamelijk uit rondjes cirkelen.
Even tussen haakjes, de visserij vindt tegenwoordig nog enkel vanuit de bellyboot plaats. Dit ook weer om het verspelen van materiaal tot een minimum te beperken.
Ten derde is er dan nog de troebelheid van het water. Voor mij nooit echt een pluspunt en een enorme twijfelfactor. Krijgen de vissen wel genoeg te zien van mijn presentatie en wordt deze wel op de meest attractieve manier aangeboden?
Slepend..
.. met een aasvis onder de dobber..
.. onder gure omstandigheden!
Om nog even op het eerder genoemde terug te komen; gedeeltelijk heeft mijn ervaring inderdaad uitgewezen dat de stek een visaantrekker is. Echter ook aangrenzende stekken hebben per toeval al aanbeten opgeleverd.
Zeer nadrukkelijk schrijf ik ook: aanbeten opgeleverd; een grote meerderheid van alle aanbeten daar heb ik namelijk gemist of gelost. Dat dit niet alleen bij mij het probleem is, ondervond Thijs tijdens een gezamenlijke sessie. Beiden misten we toen, vlak na elkaar, een schitterende aanbeet.
Al met al niet echt positieve berichten en een op het eerste gezicht bekrompen visserij. Het is ook niet zo dat ik er weken tijd aan besteed, maar een visdag of 6, 7 per seizoen spendeer ik er toch wel.
En waarom dan? Ik denk dat het de uitdaging tot optimalisatie van de visserij is.
Het relatief kleine oppervlak levert op een gemiddelde visdag één of wellicht twee aanbeten op. Vaak worden deze dan ook nog gemist en blijf ik vertwijfeld achter. Wat zijn nu de beslissende factoren en hoe kan ik nu meer rendement halen uit die stek?
Voor mezelf heb ik in ieder geval als doel er net zo lang door te gaan totdat ik de visserij heb doorgrond, en dat ik er mijn eerste metervis heb gevangen. Want die potentie is er zeker!
Het kerstcadeau van 2008, toen nog vanaf de kant
Iedereen veel geluk en mooie vissen toegewenst in 2010 en ik hoop jullie dan weer een vervolg te mogen geven van mijn missie!
Vangse,
Tom Dieleman