Aan het werk
Terug van vakantie, heerlijk uitgerust. Lekker gevist maar niks bijzonders gevangen. Zelfs een tripje naar meer stroomafwaarts gelegen stuwstukken van de rivier de Lot leverde niet veel meer op dan een hoop rugpijn van het uren in een rubberboot zitten, en binnen 20 minuten een klein meervalletje op het kwakhout. Natuurlijk hoop je dat je op zo’n stuwstuk de eerste of in ieder geval een van de de weinigen bent die er ooit met het kwakhout heeft gevist maar toen in de middag 3 generaties fransen in een onooglijk bootje ook het kwakhout over het water lieten schallen wisten wij wel genoeg.
Terug in Nederland had ik nog een paar dagen over en ik had me al voorgenomen om die maar eens flink vissend te gaan doorbrengen. Op vrijdagochtend ging ik dan ook met zoonlief Bas de IJssel op. Om 06:00 op het water om eens te kijken of we een roofblei of snoekbaars konden vangen. Normaal heb ik wel redelijk voeling met het water maar nu was het toch even zoeken voordat we een visje konden vinden. Op wat gekende stekjes werd de boot geankerd waarna we de stroomnaden en neringen werpend afvisten.
Vooral dat geankerd vissen is wel relaxed want met een kereltje van 7 jaar oud in de boot moet je toch altijd net wat beter opletten dan anders. Op anker heb je dan alle tijd om hem te helpen met vissen, werpen en om eventueel rustig een fotootje te maken.
We vingen leuk wat komkommers (kleine snoekbaars) waarvan een drietal zelfs nog aan de maat bleek te zijn. Lekker gevist, genoten van de rust op de rivier en voor de drukte weer het water af. Helemaal top !
Vrijdagmiddag de boot weer achter de auto en richting het ouderlijk huis gekoerst om de zaterdagochtend samen met mijn vader en mijn broer het grote water op te gaan. Even lekker bijpraten en hopelijk wat grotere snoekbaarzen vangen dan de dag ervoor.
Adriaan zou de wekker zetten om 04:15 zodat we met het krieken van de dag aan de helling zouden staan maar dat ging niet helemaal lekker. Toen ik om 04:45 wakker werd bleek hij nog heerlijk te snurken en dus waren we wat later. Een geluk bij een ongeluk was dat de bui regen die we onderweg over ons heen kregen precies de trailerhelling was gepasseerd toen we daar arriveerden. Het water was op zijn laagste punt en het traileren was daardoor wat lastig maar uiteindelijk lukte het toch om met 3 man in de boot het water op te geraken.
Nu is mijn vader niet iemand die vaak meegaat dus dan is het ook wel leuk als je een beetje leuk vis vangt. Gelukkig kende ik redelijk de weg op dit imposante water en gezien het vroege tijdstip verwachte ik de vis nog redelijk ondiep. Dus eerst maar eens koers gezet naar een ondiepe richel omzoomd door diep water.
Om erachter te komen waar de vis ligt en hoe diep ze liggen mag ik altijd graag even ‘speedjiggen’ met vrij zware loodkoppen. Een paar aanbeten of de vangst van een visje geeft dan vaak snel een beeld van de dieptes waarop de vis zich op dat moment ophoudt. Het talud op en af varend deden de shads met schoepstaarten dan ook al snel hun werk en binnen 5 minuten miste Adriaan een vis om er een minuut later alsnog een mooie zestiger ‘op te krijgen’.
Aangezien hij aan de ondiepe kant van het talud zat en ik na een move naar het ondiepere ook de eerste vis kon noteren besloot ik het anker uit te leggen en het eens werpend te gaan proberen. Met een 7 grams loodkopje en een 4 inch shad met schoepstaart werden de richel en het talud minitieus afgetikt en na een gemist aanbeet kon ik al snel de volgende vis noteren. De ochtend verliep dan ook heerlijk, er stond in eerste instantie niet teveel wind, de zon begon de wolken net een beetje weg te branden en we vingen vis na vis. Werpend, dropshottend en speedvertikalend bestookten we een aantal goede stekken en vingen we een heel aantal prachtige maatse vissen. Tegen de tijd dat het scheepvaartverkeer op gang kwam en de wind flink aantrok hadden we ons in de dubbele cijfers gevist en besloten we van het water af te gaan.
Ook de zondagochtend werd er nog gevist met Jeroen, daarover later deze week meer. Eerst maar weer eens aan het werk