Een feestelijk potje vissen
De weergoden voorspellen ongewoon goed weer voor het weekend, natuurlijk om de eerste verjaardag van Dutchanglers.nl (!) van een zonnig randje te voorzien. Hendrik Jan verzorgt de rest van de feestelijkheden: vuur in de BBQ en een biertje in de koelkast. Michel, Volkmar, John, Arno en Roel schuiven ’s avonds aan. Om half twee en een paar dozijn visverhalen later kruipen we voldaan in onze slaapzakken, vijf uur later gaat de wekker alweer.
In tegenstelling tot de andere vier gaan John en ik niet de rivier op, maar dichter bij huis ons geluk beproeven op een stuk groot water dat nog niet zo productief geweest is als in voorgaande jaren. Het water is ongewoon helder, we weten niet of dit ermee te maken heeft. Op dit water doet natuurlijk aas het stukken beter dan kunstaas. Een uurtje vissen in de vijver van Ben’s buurtsuper leverde 20 kg witvis op. Ondanks ons geloof in groot aas, stellen we de bovengrens op zo’n 30 centimeter – 14 dikke brasems gingen weer terug.
Vandaag staat de wind noord-oost, we laten ons op ons gemakkie over het water driften. In een lange drift komen we alle dieptes tussen 2 en 9 meter tegen – we zullen zien op welke diepte de aasvis en snoek zich ophoudt. We vissen met aasvis onder de dobber en op de fireball. Gewoontegetrouw variëren we aasgrootte: kleine en grote blankvoorn en brasem van een 25 centimeter. Midden op het water is er een talud van 3 naar 6 meter, een “huppel” van de dobber van Roel laat zien dat de grote voorn gegrepen is en wanneer de dobber rustig wegloopt wordt er aangeslagen. Het bekende gezegde dat de top stil blijft staan bij het aanslaan van een grote vis gebeurt ook hier, direct daarna gevolgd door een ongewoon lang schot waarbij meters power-pro van de molen afgetrokken worden. Voor een paar minuten is er de hoop dat dit een nieuw PR zou kunnen betekenen. Eenmaal in de oppervlakte meldt zich een dikke snoek met een ongewone gedrongen bouw: het lijkt alsof er tussen de rugvis en staart een stukje mist.
.
Na een paar foto’s en een meet sessie (104 cm) gaat ze snel weer het water in, even heen en weer wiegen en dan geeft ze een slag en schiet de diepte in. We kunnen zien op de dieptemeter dat ze direct naar de bodem gaat om van het avontuur bij te komen.
.
Aan het einde van onze drift komen we bij een klein maar productief talud. We besluiten hier een aantal keren overheen te gaan; de dieptemeter laat aasvis met daaronder de nodige rovers zien. Bij de tweede drift loopt de reel van Roel’s fireball hengel af. Op de fireball zit een buurtsuper brasem van een klein pondje – bij het aanslaan wordt de hoop bevestigd: een dikke vis heeft de brasem gearresteerd. Na een paar minuten komt een dikke metervis boven, niets van de brasem of takel te zien – ze is er volledig overheen geschoven. De vis is nog lang niet afgedrild en neemt een shot naar links en een schot van de boot af. Daarna draait ze naar de boot, springt, opent de bek, schudt de kop, waarna de takel met fireball met twee #1 dreggen en de brasem naast de boot plonsen en de snoek de diepte weer opzoekt. Ach ja,…. gelukkig schijnt de zon…….
Nu het midden oktober is, besluiten we ons geluk eens te beproeven op ondiep water boven de afgestorven bedden waterplanten aan de andere kant van het water. De drift is niet super gemakkelijk omdat er hier en daar nog de laatste stukken waterplanten staan die de dobber doen ondergaan of de fireball laten vast lopen. Wanneer John’s dobber dwars op de driftrichting wegloopt is het raak – aanslaan – mis. De afdrukken op de grove voorn doen vermoeden dat het om een zeer fatsoenlijke vis gaat, we draaien om nog een keer over dezelfde plek te gaan. Vrijwel op de zelfde plek wordt de voorn weer gegrepen, ditmaal is het raak. Een paar minuten later blijkt een 91 cm snoek de dader te zijn.
.
We vissen nog een half uurtje door, dat behalve een prachtige namiddag zon en de mededeling van HJ aan de telefoon dat hij “de 50” vol gaat maken niets meer oplevert. John maakt zich op voor een avondje cultuur in het theater, ik denk dat ik zonder een zachte stoel de vorige avond, na een kort nachtje en een heerlijke dag in het zonnetje ook gewoon in m’n bedje wel snel in slaap zal vallen.
Roel Orsel